Copyright: Katrijn Van Giel
Het is een regenachtige dag in november, zo eentje waar je met een oversized trui en je laptop in de zetel hangt. De tientallen tabbladen die ik op Mozilla heb openstaan kenmerken zich door de woorden: theatervoorstelling, 30CC, recensie… en oh ja, Facebook. Plots stuit ik op een voorstelling genaamd Zwischen: een theatervoorstelling over een familie in Neeroeteren? Verdwaasd kijk ik naar mijn scherm: Neeroeteren, een klein dorpje in de uithoek van Limburg? En toevallig ook nog dat kleine dorpje waar ik ben opgegroeid? Interessant, dat vraagt om een ticketje.
Tussen, te midden van, ertussen. Dit is de vertaling van het Duitse zwischen. Kris Cuppens (53) heeft een twaalfjarige zoon, Jef, en een negentienjarige dochter, Jacoba. Zij hebben allebei een grootvader, Jaak (77). Zwischen is een familieportret van drie generaties, vier personen en Kris staat ertussen (in) en te midden van (het leven).
Zwischen gaat over de familie Cuppens uit Neeroeteren. In de voorstelling komen fragmenten naar voren die we allemaal kennen: op vakantie aan zee, op bezoek in het ziekenhuis, naar een voetbalmatch (van KFC Neeroeteren) kijken, … . Iedereen zal raakvlakken terugvinden in de voorstelling en het is deels omwille van deze herkenbaarheid dat het boeiend blijft om 1u20 naar te kijken. Al schept de voorstelling een groot contrast tussen datgene je op het eerste zicht ziet en datgene je als achterliggende boodschap kan interpreteren. Zo gaat het verhaal over het loskomen van familie, maar tegelijkertijd gaat het ook over het vasthouden aan de familieleden waarmee je onoverkomelijk voor de rest van je leven bent verbonden. Het draait om het evenwicht: loskomen enerzijds, koesteren anderzijds. Dit komt onder andere naar voren in een teder fragment tussen Kris en Jacoba. Kris draagt zijn dochter in zijn armen. Langzaam lijkt ze telkens naar beneden te vallen, maar toch slaat ze met een snelle beweging haar arm terug om haar vaders nek. Dit herhaalt zich een aantal keer: losrukken doch vasthouden. Desondanks is de achterliggende boodschap van het verhaal me niet altijd duidelijk. Zo vertelt Jacoba bijvoorbeeld over de thuissituatie. Er zijn meerdere fragmenten van Jacoba die hiernaar verwijzen. In één daarvan zegt ze: “Mijn gezin dat mijn gezin niet is”. Waarom zegt ze dat? Doorheen de voorstelling krijg ik het gevoel alsof er ergens in de thuissituatie iets is misgelopen, maar het is me nog altijd niet duidelijk wát dat net is.
“Als je weet dat het kwaad je op de hielen zit loop je daar normaal van weg. Dus ik loop en ik loop, maar op een gegeven moment draai ik me toch om… en ik zie mijn vader.”
De voorstelling vindt plaats op een zondagmiddag in het Openbaar Entrepot voor de Kunsten in Leuven. Het valt me op dat er in vergelijking met andere voorstellingen meer gezinnen met kinderen aanwezig zijn. Komt dit doordat de voorstelling op een zondagmiddag plaatsvindt? Of heeft dit te maken met het feit dat het een familieportret is? Wellicht ligt de verklaring ergens in het midden, maar het toont in ieder geval dat het een voorstelling is die een gevarieerd publiek aantrekt.
Bovendien is het ook een voorstelling die zowel voor jong als oud interessant is. Dit komt net doordat er zo’n groot contrast is tussen datgene je op het eerste gezicht ziet en datgene je als achterliggende boodschap kan interpreteren. Zo is het bijvoorbeeld plezierig om de twaalfjarige, vrolijke Jef te zien rondrennen op het podium waardoor het publiek telkens aan het lachen geraakt. Hetzelfde geldt voor de grootvader die zich steeds met muizenstapjes over het podium beweegt en vaak droge opmerkingen geeft. Voor zowel kinderen, jongeren alsvolwassenen is het een voorstelling die in eerste instantie dus vooral aangenaam is om naar te kijken. Het is dus niet als je de achterliggende boodschap er niet uithaalt dat het niet meer plezant is. Desondanks wordt de voorstelling natuurlijk eens zo boeiend als je de achterliggende boodschap er net wél kunt uithalen.
Omdat ik zelf van Neeroeteren afkomstig ben speelt de herkenbaarheid in de voorstelling een rol in hoe ik de voorstelling heb beleefd. Vooral de grootvader is hierin van belang. Hij doet mij namelijk denken aan mijn eigen grootouders, die elkaar mogelijk zelfs kennen en kenden (want in een klein dorpje kende vroeger iedereen iedereen). Jaak spreekt met een herkenbaar Limburgs accent, maar ook zijn woordgebruik, zijn intonatie en de onderwerpen – levensvragen – zijn op een manier zoals mijn grootouders dat doen en deden. Een stiekeme glimlach of een uitbundige lach bij elk moment van herkenning die toch ook een beetje verwijst naar mijn leven in Neeroeteren.
“Kom bie mich noe, want allein is maar allein.”
Wat? Zwischen – Het nieuwstedelijk & House Crying Yellow Tears
Wanneer? Zondag 11 december 2016 om 15u00
Waar? 30CC/OPEK
Prijzen? 16 euro (50% korting voor cultuurkaarthouders)
Meer info? 30CC – Zwischen