7000 jaar sterrenstof tot nadenken: ‘Verbeelding van het universum’ in M

Geen mens die nooit aan een zomers kampvuur heeft gezeten zonder dat iemand naar de sterren wijst en een lichtjes melig gesprek aanknoopt over ‘hoe klein we eigenlijk toch zijn tegenover alles’. Met dat oergevoel van verwondering als leidraad creëerden de kunsthistorici van KU Leuven-onderzoeksgroep Illuminare een tentoonstelling over alle verhalen over de kosmos die we sinds de prehistorie met elkaar delen. Het resultaat is een fascinerende mengelmoes van schilderkunst, manuscripten en didactische zonnestelselmodellen tot zelfs astrologische birth charts avant la lettre, een Egyptisch sarcofaagdeksel en een gegraveerd struisvogelei.

Bij de ingang van de tentoonstelling valt je oog op twee beeldjes van een handpalm groot. De ‘denkers van Hamangia’ doen verbazingwekkend modern aan, maar zijn met hun zevenduizend jaar oud de vroegst bekende afbeeldingen van denkende figuren, die zich vragen stellen die je zelf naar hartenlust kan invullen. De witte muur voor de sculptuurtjes helpt je wel op weg daarbij met enkele sterke quotes van legendarische sterrenkijkers zoals Van Gogh, Georges Lemaitre (de vader van de oerknaltheorie) en Stephen Hawking. Wat is onze plaats in het heelal? Heeft het universum een begin en een einde? En hoe zag het begin er precies uit?

In het drie jaar lange voorbereidingsproces gingen de curatoren duidelijk ad astra per aspera, met een selectie van een honderdtal topstukken uit prestigieuze collecties uit heel Europa. Van een 2300 jaar oude wereldbol uit de Vaticaanse musea tot het Liber Floridus (ca. 1100), een encyclopedie avant la lettre die bekend staat als een van de belangrijkste handschriften ter wereld. In die werken kan je je niet alleen blindstaren op elk detail van een penseelhaar groot, ze sluiten ook inhoudelijk naadloos op elkaar aan. De eerste tentoonstellingsruimtes meanderen van miniaturen bij het scheppingsverhaal in Genesis, via het verhaal van de heilige Christoffel naar de Griekse mythe van Atlas die de wereld op zijn schouders draagt. De gigantische zestiende-eeuwse wandtapijten die een Brussels atelier vervaardigde voor het Portugese hof, met het koningspaar afgebeeld als Jupiter en Juno, zijn ongetwijfeld de pronkstukken van de expo.

Wie daarbij doembeelden krijgt van een braaf chronologisch middelbareschoolhandboek, is eraan voor de moeite. De tentoonstelling is eerder een eclectisch, thematisch opgebouwd verhaal dat aan de lopende band misvattingen ontkracht. Ja, de zeventiende-eeuwse inzichten van Galilei en Kepler worden wel gepresenteerd als slotakkoord, met de lens van de telescoop van Christiaan Huygens als eyecatcher. Maar tijdens alle kronkelwegen onderweg wordt meer dan ooit duidelijk dat ons beeld van de middeleeuwen en de vroege renaissance als een wereld van naïeve hyperreligieuze flat earthers een mythe is. De mathematische precisie van de talloze tentoongestelde wetenschappelijke manuscripten laat je verbijsterd achter.

Verbeelding van het universum richt het vizier op Europa en de Arabische wereld – ik snap dat kiezen nergens pijnlijker verliezen is dan tijdens het cureren van tentoonstellingen, maar het blijft jammer dat andere culturele contexten ook in andere KNAL-expo’s onderbelicht blijven. Toch wordt dat ruimschoots gecompenseerd door te benadrukken dat elk idee over het universum per definitie een lange reis achter de rug heeft. Dat de ideeën van Aristoteles en Ptolemaeus pas met eeuwen vertraging via Arabische vertalingen herontdekt werden door het westen (waardoor veel sterren een Arabische naam hebben), had in mijn geschiedenislessen iets luider mogen weerklinken. Maar die blinde vlekken in ons wereldbeeld krijgen het eerherstel dat ze verdienen in enkele knappe artefacten uit het Midden-Oosten.

Een ander hoogtepunt is de zaal rond het ‘universum op mensenmaat’. Daar ontdek je dat de stand van de kosmos niet alleen stof tot nadenken vormde voor de happy few van geleerden, maar ook in het dagelijkse leven met dezelfde argusogen werd bekeken als het weerbericht vandaag. Je maakt er bijvoorbeeld kennis met geschriften die bepaalde medische ingrepen afraden wanneer de maan in een bepaald sterrenbeeld staat. Of met een knappe gravure van Dürer, die je meeneemt naar tijden waarin je jouw persoonlijke sad girl autumn gewoonweg kon afschuiven op de planeet Saturnus.

En dan is er nog de dubbelzinnigheid van de titel ‘verbeelding van het universum’. Je verbeelding (in de zin van fantasie) gebruiken om de complexiteit van de kosmos te vatten is één ding, maar om die ideeën over te leveren aan de volgende generaties moet je ze ook het letterlijk verbeelden, in beeld brengen. En hoe doe je dat met het ontstaan van de kosmos, dat per definitie ontzettend abstract is? Een mooi voorbeeld daarvan is een publicatie van zeventiende-eeuws mysticus Robert Fludd, die het niets dat voorafging aan de schepping schetst als een oneindig zwart vierkant – met een kurkdroge ‘et sic ad infinitum’ in de kantlijn. Zo toont de expo tussen zo’n arsenaal aan fotogenieke werken ook met een slimme knipoog aan hoe het beeld ondanks alles soms keihard op zijn eigen grenzen botst.

Het is misschien ironisch om Verbeelding van het universum in één zin samen te vatten als ‘even interessant voor kunstliefhebbers als voor wetenschappers’, omdat de expo net aantoont dat ons idee van kunst en wetenschap als elkaars tegenpolen een anachronisme van formaat is. Maar toch is die omschrijving meer dan terecht. Als kers op de taart is de visuele presentatie van alle kunstobjecten knap doordacht, zoals bij een Egyptisch sarcofaagdeksel en een salvator mundi-Christusportret die elkaar recht in de ogen kijken. Bovendien vinden de werken een perfecte thuishaven in de intieme sfeer waarin de tentoonstelling baadt, van de donkerpaarse muren met hier en daar subtiele spotlights tot de hypnotiserende soundscapes van Adriaan De Roover. Alsof elk artefact een ster is die nog lang niet uitgefonkeld is.

‘Verbeelding van het universum’ loopt nog tot 16 januari in museum M. Met een cultuurkaart kan je het hele museum – net als alle expo’s van het KNAL-festival – gratis bezoeken. Tegelijk met deze tentoonstelling kan je in M ook het werk van Richard Long bekijken, waarover collega-blogster Mirre al deze recensie schreef.

De Denkers van Hamangia, 5000-4600 v.C., © National History Museum of Romania
Atlas draagt de hemelsfeer in de vorm van een armillarium, ca. 1530-1535, © Colecciones Reales, Patrimonio Nacional
© Et sic in infinitum In: Robert Fludd, Utriusque Cosmi, 1617, © KU Leuven Bibliotheken, Maurits Sabbe Bibliotheek, Bruno Vandermeulen

2 gedachtes over “7000 jaar sterrenstof tot nadenken: ‘Verbeelding van het universum’ in M

  1. Pingback: Muzikale M-useumnacht KNAL(t)! | CLUB KULTUUR

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s