Wat als je op de dag dat je volwassen wordt niet wordt gewekt door je alarm, maar door een vrouw met kortpittig kapsel en gestreept mantelpakje die zichzelf Adulthood noemt? En je meesleept naar een crash course volwassenheid met als voornaamste ingrediënten golftermen, grotesk handgeschud en aperol spritz? Dat scenario wekt performancecollectief buren tot leven in hun nieuwste voorstelling Spare Time Work, een explosieve musical-die-zichzelf-geen-musical-wil-noemen over onze ingewikkelde relatie met arbeid. Waarbij je komt voor de catchy songs en de gevatte humor, maar naar huis gaat met heel wat vragen over gender, prestatiedruk en onze vooroordelen over creatieve beroepen.
Wanneer ik de zaal binnenkom, openbaart zich op de scène een mozaïek van geometrische vormen. Het lijkt wel een woning uit The Sims, maar dan zonder zwembad waaruit iemand het trapje heeft weggehaald. En met objecten die tegelijk herkenbaar en onherkenbaar zijn, in kleurenschema’s op een oncomfortabele middenweg tussen pastelkleurig mierzoet en identiteitsloos grijs. Die minimalistische non-space draagt de uitgesproken signatuur van buren-bezielsters Melissa Mabesoone en Oshin Albrecht, die beiden zijn opgeleid als beeldend kunstenaar. In hun eerdere werk mixten ze die beelden steeds vaker met tekst, muziek en referenties naar popcultuur, tot ze ook echt het podium gingen opzoeken.
Voor hun nieuwe creatie Spare Time Work, die in première ging op het PLAYGROUND-festival in STUK, dompelen ze zichzelf onder in het thema vrije tijd vs. arbeid. Met slechts twee performers geven ze in een energieke pingpong van muziek, dialoog en dans constant vorm aan nieuwe personages. Er is de tegenstelling tussen jong en oud, maar ook die tussen poetsvrouw, kantoorbaan en creatieve freelancer. Soms worden die spanningen opgedreven in megalomane musicalacts, zoals een cynische lovesong voor een computer – millennialhumor à la Bo Burnham die soms helaas een beetje op de oppervlakte blijft. Soms ligt de kracht dan weer net in de ingetogenheid, in de krachtige tableaux vivants op de scène. Ik kreeg een krop in de keel van een scène waarin twee personages naast elkaar in bed dezelfde slaperige stuiptrekkingen maken, de ene al poetsend, de andere op een computer tokkelend.
Met elk extra ingrediënt wordt het geheel naar een hoger niveau getild. Er zijn slimme oneliners en woordspelletjes: someone on the phone called me dear… deer… as if I’m being hunted. Er is de constante stroom van kleurencombinaties in de belichting – de trigger warning voor stroboscopische lichteffecten in de show was een serieus understatement. En er is het messcherpe acteerwerk van beide performers, dat achter de strakke façade van hun alter ego’s af en toe ruimte geeft aan subtiele contradicties. De bevelen van het afgelikte persona van Adulthood gaan occasioneel ook een beetje tongue in cheek klinken, terwijl het jonge personage de rebelse puber in zichzelf stilaan kwijtraakt en de kapitalistische ambitie steeds meer gaat internaliseren.
Die inhoudelijke complexiteit van Spare Time Work bereikt een hoogtepunt wanneer de arbeidsthematiek een soort paard van Troje blijkt, waaruit opeens talloze reflecties over gendergelijkheid naar buiten klauteren. buren hint bijvoorbeeld ook naar huishoudelijke en emotionele arbeid, die buitenproportioneel vaak op de to-dolist van vrouwen belandt. Een krachtige passage is de koffiepauze waarbij het na een paar vragende blikken heen en weer toch de vrouw is die rechtstaat om iets te drinken te gaan halen. Ook allerlei oordelende stemmen van buitenaf over je kinderwens (of het gebrek eraan, of de twijfels erover) passeren de revue.
Toch is het vrouwbeeld dat buren creëert niet dat van een meelijwekkend slachtoffer, maar ook niet dat van een krachtdadige girlboss die op elk moment haar leven kan omgooien – alle LinkedIn-praatjes over ‘van je hobby je beroep maken’ ten spijt. Spare Time Work betreedt eerder de ongemakkelijke grijze zone van hoe we ons geruisloos vereenzelvigd hebben met bepaalde ideeën over arbeid en vrije tijd, zonder ons te realiseren dat die deel uitmaken van een maatschappelijk keurslijf. Het doet denken aan het essay Always Be Optimizing van de Amerikaanse cultuurcritica Jia Tolentino, die aan de kaak stelt dat voor veel middenklasse-millennials zelfs hobby’s en zelfexpressie niet meer de rol spelen van ontspanning, maar van een soort veredelde arbeid 2.0. De laconieke lyrics à la we like sports with millions of people en de evocaties van yoga moms en soccer moms sluiten daar naadloos bij aan: zijn die hobby’s echt een doel op zich, of eerder een middel om in een soort ideaalbeeld te passen?
Naar het einde van de performance toe maakt de netjes afgemeten spanningsboog plaats voor een iets chaotischere overload van beelden en herhaalde motieven. Alsof je met je al fel overprikkelde hoofd nog eens dieper wordt ondergedompeld in een soort grijze soep van routine. Maar dat gevoel verschilt op zich weinig van je eigen gemoedstoestand als je zelf een tijdje hebt meegedraaid in de rondedans tussen computer, keukentafel en bed waarmee Spare Time Work de draak steekt. Een rondedans die niet toevallig tot het uiterste werd gedreven tijdens de coronacrisis, waar Mabesoone en Albrecht niet toevallig inspiratie vonden om met deze thematieken aan de slag te gaan. Misschien is dat net de waardevolste levensles die buren ons meegeeft: in een monotone prestatiemaatschappij waar weinig plaats is voor menselijke connectie en creativiteit, wordt iedereen een slappe karikatuur van zichzelf.
Spare Time Work ging op 12 november in première tijdens het PLAYGROUND-festival in STUK. De speellijst vind je hier.
