TIP: wandelen en nieuwe makers ontdekken op ‘the festival that never happened’

Platform In De Maak organiseert dit weekend een covid-proof alternatief voor hun jaarlijkse podiumkunstenfestival. In deze tijden van fysieke afstand werd ervoor gekozen om een teaser-event te organiseren, namelijk ‘the festival that never happened‘.

The festival that never happened is gemaakt voor en door 27 nieuwe makers. Het probeert verschillende jonge professionelen uit de podiumkunsten samen te brengen, zij het performers, dramaturgen, scenografen, techniekers, regisseurs of grafische vormgevers. Samen streven ze ernaartoe dat dit platform een veilige plaats wordt voor work-in-progress.

In samenspraak met de stad Leuven zullen er 12, 13 en 14 maart op verschillende locaties in de stad audio- of videofragmenten te bekijken en te beluisteren zijn. Op deze manier krijgt het publiek alsnog de mogelijkheid kennis te maken met de nieuwe makers achter het festival. De locaties zijn terug te vinden op een kaart die via deze website gedownload kan worden (vanaf 11/03) of kan worden opgehaald op het startpunt van de route in Kunstencentrum STUK.

Praktisch
12, 13 en 14 maart 2021
vrijdag/zaterdag van 10u tot 20u
zondag van 10u tot 17u

WAAR het historisch stadscentrum van Leuven
WAT een wandeling langs work-in-progress met podcasts, op video opgenomen werken en visuele kunstwerken
PRIJS gratis
GIDS begeleidende podcast en kaart (beschikbaar bij het begin van de wandeling en online)
STARTPUNT Kunstencentrum STUK (Naamsestraat 96, 3000 Leuven)

Het volledige programma en de route komen weldra online.

Contact
festival@platformindemaak.be
https://www.tftnh.com

Partners
STUK, Ultima Vez, KU Leuven, fABULEUS, 30CC, Dag van de Dans, Danspunt, Het Nieuwstedelijk en LUCA Drama.
Met ondersteuning van Stad Leuven en de Vlaamse Overheid.

the festival that never happened

‘Magallanes’: een slowburner die doet nazinderen

Magallanes’ is de ontroerende en goedgeschreven debuutfilm van de Peruviaan Salvador del Solar uit 2015. Het is tevens de enige film die hij maakte, alvorens zich voor de politiek te engageren. Een klein jaar na de première van de film, was del Solar al opgewerkt tot de federale minister van Cultuur en in 2019 was hij gedurende enkele turbulente maanden de eerste minister van het land. De film lijkt op het eerste gezicht een “simpel” drama met een vrij voor de hand liggend chantage-plot, maar wie verder durft te kijken stoot al snel op een diepere politieke laag. De acteerprestaties zijn ingetogen maar oprecht en alles samen vormt ‘Magallanes’ een intrigerende film, met een einde dat doet nazinderen.

Taxichauffeur Magallanes (Damián Alcázar) worstelt om rond te komen en besteedt zijn vrije tijd aan het zorgen voor zijn voormalige militaire superieur, een ooit gevreesde maar nu seniele kolonel (Federico Luppi), actief tijdens het burgerconflict in Ayacucho in de jaren ’80. Wanneer tijdens één van zijn ritten een jonge vrouw zijn taxi instapt, komen bij Magallanes herinneringen boven uit een duistere periode in zijn leven. De jonge vrouw heet Celina (Magaly Solier), en bleek toen in Ayacucho door de kolonel als veertienjarige te zijn gekidnapt en maandenlang als seksslavin vastgehouden, nadat haar hele inheemse dorp door de kolonel en zijn troepen was uitgemoord. Magallanes achtervolgt haar en wanneer hij te weten komt dat ze door geldproblemen haar kapperszaak dreigt te verliezen, besluit hij haar te helpen. Hij bedenkt een plan, via afpersing geld van de kolonel’s zoon bemachtigen, dat gaandeweg de waarheid over het verschrikkelijke misbruik meer en meer blootlegt.

Het verhaal is complex, duister en enorm goed opgebouwd waardoor de spreekwoordelijke puzzelstukjes pas in de allerlaatste minuten volledig op hun plaats vallen. De sterkte van het plot zit hem in het feit dat we tot op het einde partij trekken voor de ogenschijnlijke moraalridder Magallanes, tot het moment dat we hem zijn overtredingen onmogelijk kunnen vergeven. Wanneer Celina hem uiteindelijk herkent, komen we te weten wat Magallanes echt heeft gedaan al die jaren terug, en ze is niet dankbaar – zoals hij had verwacht – maar bang en woedend.

Onze moraalridder blijkt dus vooral een gebrekkige held die zijn eigen schuldgevoel probeert te verlichten. Dit verheft de film tot méér dan een politieke aanklacht tegen de legerterreur, dit is een verhaal over het tevergeefs rationaliseren van keuzes. Over verdiend schuldgevoel en pijn. Over zonden die zelfs met zeeën van tijd, nooit weggewassen kunnen of mogen worden.  

Magallanes is een man van weinig woorden, en dialoog is in de hele film vrij schaars. De kracht zit ‘m dan ook in de beelden en stille scènes. Dit is een film die je zonder ondertitels zou kunnen bekijken en nog steeds begrijpt, louter door wat de camera vastlegt. Dit wordt nog extra benadrukt door de meest impressionante monoloog uit de film, het eindbetoog van Celina in haar moedertaal Quechua, bewust niet te vertalen. We verstaan haar niet maar begrijpen haar toch, al blijven de gruwelen uit haar verleden ontoegankelijk voor ons. Ze heeft onuitsprekelijke dingen meegemaakt en zal door niemand ooit volledig worden begrepen.

Bekijk “Magallanes” en nog vele andere films, kortfilms en documentaires op dalton.be voor slechts €5 per maand.

UUR KULTUUR: er zit meer in een Geel Hesje dan je denkt

Of liever: er zit meer achter zo’n geel hesje dan je denkt. Het nieuwstedelijk neemt ons in de voorstelling Geel Hesje mee naar de burgerprotesten van de Gilets Jaunes in Luik van zo’n twee jaar terug. We leren het verhaal kennen van voor- én tegenstanders en zo levert Het nieuwstedelijk een interessante kijk op de mens in opstand. Een ode aan de anarchie, een waarschuwing ertegen of iets ertussenin? We ontdekten het virtueel samen tijdens het UUR KULTUUR op woensdag 9 december.

Samen naar het theater gaan is helaas nog niet mogelijk. En live theater aan zich is zo 2019. De theaterfanaten onder ons hebben het dan ook lang met online opnames van oudere voorstellingen moeten stellen. Maar toen kwam Het nieuwstedelijk met hun livestream van Geel Hesje. Een livestream als the best of both worlds; helemaal corona-proof (want je moet zelfs uw zetel niet uit), terwijl er toch live wordt gespeeld. In een lege zaal welteverstaan, waar je doorheen één van de vijf camera’s soms een blik van opvangt. Het blijft een apart zicht in deze aparte tijden, in de eerste plaats voor de acteurs zelf. Technisch verliep het niet altijd even vlot, toch brachten ze met overtuiging de Gilets Jaunes tot in onze huiskamers.

In Geel Hesje maken we kennis met vier personages die in een soort netwerk narratief ongewild met elkaar verbonden raken. Ze leiden allen verschillende levens en hebben verschillende overtuigingen, toch raken ze door een samenloop van omstandigheden met elkaar verzeild en moeten ze leren naar elkaar te luisteren en elkaar te vertrouwen. Al is dat gezien die omstandigheden niet zo simpel. We bevinden ons op de Gilets Jaunes protesten in Luik, waar de sfeer extra grillig wordt wanneer een vrachtwagenchauffeur met haar veertigtonner per ongeluk één van de demonstranten overrijdt en vluchtmisdrijf pleegt, nadat de demonstrant in kwestie op haar motorkap was geklommen en met een moersleutel de voorruit insloeg. Meteen wordt duidelijk dat in dit verhaal (wat overigens echt gebeurd is) vriend en vijand maar moeilijk uit elkaar te halen zijn. De achtervolging wordt ingezet door twee andere demonstranten en de drie stranden uiteindelijk samen op een parking ergens in een buitenwijk. De situatie krijgt de vorm van een ware mexican standoff, want de Politie contacteren betekent ook jezelf opgeven. In zo’n situatie is er niet langer sprake van winnaars of verliezers.

Uit angst een keuze te maken, raken de drie aan de praat. Al loopt dat aanvankelijk niet erg vlot -wat geen wonder is- aangezien twee van de drie elkaar met pepperspray te lijf gaan en gretig elkaars gsm’s kapot trappen. Maar gaandeweg krijgen ze begrip voor elkaar en elkaars situatie. Misschien blijken ze toch niet zo verschillend als eerst gedacht. Ze zien zichzelf weerspiegeld in elkaars geldproblemen en de tevergeefse pogingen om voor hun dierbaren te kunnen zorgen. Dat de éne kiest voor protest terwijl de andere kiest om te blijven werken, is niets meer en niets minder dan een keuze. Maar hoeveel keuzevrijheid hebben we werkelijk, wanneer zowel de werkenden als de demonstranten uiteindelijk hetzelfde noodlot ervaren?

De situatie raakt nog gecompliceerder wanneer een agent –niet ontoevallig de zoon van één van de demonstranten- op het toneel verschijnt. Ook hij geeft zijn kijk op de situatie. Ook hij wint het begrip van de anderen én van de kijker. Hun verhaal eindigt met de komst van een heel politiecorps. Uiteindelijk heeft iedereen verloren.

In Geel Hesje geeft Het nieuwstedelijk de gele hesjes een gezicht, een verhaal en verheft hen zo tot meer dan anarchistische helden of brokkenmakers. Maar ook de tegenpartij en hun verhaal wordt niet vergeten, want het leven is niet onder te verdelen in zwart of wit. Ergens zijn we allemaal een geel hesje en ergens ook niet.

UUR KULTUUR: Geel Hesje (livestream) van Het nieuwstedelijk. Gespeeld en live uitgezonden op woensdag 9 december 2020 om 20u15. Gratis voor cultuurkaarthouders.

‘Hamlet’, de driehoeksverhouding

Lisaboa Houbrechts en Kuiperskaai brengen een uitzinnige versie van Hamlet op de scène, een voorstelling van uitersten. Maar is het daadwerkelijk een versie waarin de vrouw centraal staat, zoals vurig wordt beloofd?  

Hoeveel keren zou Hamlet reeds als toneelstuk opgevoerd zijn geweest? Vijfduizend keer? Tienduizend? Vijftigduizend? Het antwoord is ook mij onbekend. Veel theatermakers kiezen bewust voor een klassieke interpretatie en vertolking, want Shakespeare wist wat hij deed. Dat in zijn stukken de rol van de vrouw meestal beperkt en stereotiep is, kan men de man moeilijk kwalijk nemen, want zo werd de vrouw nu eenmaal daadwerkelijk behandeld in de zestiende eeuw. Ook in veel moderne opvoeringen van Shakespeare, en meer specifiek Hamlet, blijft de rol van de vrouw dan ook beperkt.

Lisaboa Houbrechts, echter, durft wel aan de koning der tragedie te komen, en wierp naar eigen zeggen een “feministische blik op Shakespeare”. In samenwerking met haar eigen theatercollectief Kuiperskaai maakte ze een Hamlet waarin de rol van de vrouw centraal staat.

a1358000009nHilAAE_original (1)

Foto: Sofie Silbermann

In deze Hamlet is het niet de geest van zijn overleden vader die Hamlet gek maakt, maar de ziel van zijn getormenteerde moeder. De openingsscène lijkt alvast veelbelovend. Grace Ellen Barkey -in de rol van Hamlet’s moeder Gertrude- komt als eerste de scène op en baant zich krampachtig dansend, vallend, een weg naar voren. Ook heeft zij het eerste woord, een duidelijk contrast met het origineel waarin koningin Gertrude vooral veel mag zwijgen. “Ik had geen keuze”, verklaart ze verdedigend. Meteen na de dood van haar man is ze met diens broer (en moordenaar) Claudius getrouwd, de nieuwe koning.

“Ik moest het doen in het belang van mijn volk.”

Hamlet heeft geen oor voor de woorden van zijn moeder en beschuldigt haar van samenzwering en overspeligheid. Het is niet zozeer de dood van zijn vader maar vooral het geveinsde overspel dat Hamlet’s wraak voedt. Het is deze moeilijke moeder-zoon relatie die de voorstelling verder laat kabbelen.

Het resultaat is een bewerking waarin minder ruimte is voor Hamlet zelf, maar vooral de verhoudingen met de vrouwen uit zijn leven op de spits worden gedreven. Ook Ophelia, Hamlets geliefde, moet het uiteindelijk ontgelden. Door wraak verblind en wantrouwig tegenover elke vrouw, wijst hij Ophelia kordaat af. Daar ontspint zich uiteindelijk het werkelijke drama: de enige twee mensen die hem liefhebben worden zonder pardon weggejaagd. De klassieke vader-zoon relatie maakt hier dus plaats voor een driehoeksverhouding Hamlet – Gertrude – Ophelia, met inderdaad meer aandacht en repliek voor de vrouwen. Maar is dat genoeg om van een “feministische Hamlet” te kunnen spreken?

Het spel is uitzinnig, sensueel en soms ronduit platvloers. Houbrechts deinst niet terug voor wat blote borst en open benen. Een voorbeeld hiervan is de scène waarin Hamlet zijn moeder haar geilheid en trouweloosheid verwijt, om zich dan zelf wellustig tussen haar benen te begeven. Interessant om te vermelden is trouwens dat Barkey werkelijk met haar zoon (Victor Lauwers als Hamlet) en dochter (Romy Louise Lauwers als Ophelia) het podium deelt. Die driehoeksverhouding komt zo wel gevaarlijk dichtbij de werkelijkheid.

Dat platvloerse aspect wordt nog extra benadrukt in de verschillende acteerprestaties. Victor Lauwers zet een bijzonder depressieve Hamlet neer die zonder intonatie noch articulatie zijn zinnen opzegt, terwijl Lobke Leirens (die verschillende rollen vertolkt) haar replieken zowaar de zaal in brult. Stijlveranderingen en -contrasten kunnen werken, maar hier zorgt de uitvoering vooral voor een zware kijkervaring.

a1358000009nHiiAAE_original

Foto: Sofie Silbermann

Wel het vermelden waard, is de mooie enscènering van de voorstelling. Er wordt slim met het zwart-witte decor omgegaan en de nodige symboliek is aanwezig. Vooral de sterfscène van Ophelia blijft je bij, waarin ze in witte jurk en hangend aan de armen spartelend haar laatste adem uitblaast. Maar het is helaas niet genoeg om de voorstelling te laten bekoren.

Dit is één van de ontelbaar vele versies van Hamlet. Wie hoopt een vrouwvriendelijke en feministische vertolking te zien, is eraan voor de moeite. Voor wie al veel Shakespeare gezien heeft en op zoek is naar een meer uitzinnige – soms absurde – uitvoering, kan dit een aanrader zijn. Maar wie op zoek is naar een goede, beklijvende Hamlet laat deze voorstelling best links liggen.

28/02/2019 // Schouwburg 30CC // Hamlet // Kuiperskaai
20% korting op vertoon van je cultuurkaart aan de ticketbalie van 30CC

UUR KULTUUR: een rollercoaster aan emoties in ‘Next to Normal’

Vorige week was het weer zover. De dag waar iedere cultuurminnaar elke maand watertandend naar verlangd, UUR KULTUUR. Geen klassieke muziek of een theatervoorstelling deze keer, maar muziektheater van Leuvens gezelschap proMITHEus.

De rock musical Next to Normal werd voor het eerst opgevoerd in 2008 in New York, won meerdere awards en belandde er uiteindelijk zelfs op Broadway. Een Franstalige versie speelde al eerder in België, maar proMITHEus debuteert dit seizoen met haar Nederlandstalige versie in Vlaanderen. Het Wagehuys valt niet te vergelijken met menig broadwaytheater, maar toch wist proMITHEus de essentie van de voorstelling mooi te vatten. Geen groepsdansen en grote ensemblenummers, noch melige lovesongs maar wel intense scènes over rouw en mentale problemen. Al is een tikkeltje love, zelfs in een rock musical, natuurlijk nooit echt ver weg.

In Next to Normal maken we kennis met de familie Goodman, wat op het eerste gezicht een doodnormaal gezin lijkt. Al in de eerste scène echter wordt duidelijk “dat er wat scheelt” met moeder Diana -en eerlijk- elk gezinslid. Diana blijkt depressief en bipolair te zijn sinds de dood van haar zoon Gabriël zestien jaar geleden. Ze ziet hem en praat met hem alsof hij er werkelijk is, terwijl ze haar levende zestienjarige dochter Natalie amper aandacht schenkt. Natalie zoekt dan maar toevlucht in de liefde en wordt door haar lief Henry geïntroduceerd tot de wereld van uitgaan en drugs. Vader Dan neemt vrouwlief tevergeefs mee van psycholoog naar psychiater, maar niets lijkt de conditie van zijn vrouw te verhelpen. Tot een nieuwe dokter een shocktherapie voorstelt waardoor Diana haar geheugen verliest.

proMITHEus belooft met Next to Normal een “feel-everything” musical te spelen, maar daamee gingen jammer genoeg ook al eens gevoelens van frustratie gepaard. De songs in Next to Normal, geschreven door Tom Kitt, zijn moeilijk en leken zo nu en dan iets te hoog gegrepen. Vooral Roel Lauwens die de rol van vader Dan vertolkte, had het geregeld lastig in de hoogte. Ook Kristel Lamerichs, als Diana, zat er soms eens naast hoewel ze in songs als “dat licht in de nacht” en “vreemd dat je zoiets vergeet” dan wel weer vocaal schitterde. Sébastien De Smet, die de rollen van dokters vertolkte, was vocaal veruit de sterkste maar stond het minst van al op de scène.

Ook technisch verliep niet altijd alles van een leien dakje. Er werd gezongen met een headset, die meer dan eens uit stond wanneer er gesproken of gezongen moest worden, waardoor de eerste woorden niet verstaanbaar waren. Het decor was een stuk minder minimalistisch dan het oorspronkelijke Broadway decor -dat louter uit een hoop stellingen bestond-, waardoor in de Vlaamse versie ook twee uur lang naar een wc-pot op de scène kan worden gestaard. Wegens plaatsgebrek doet een uitschuifbare trap ook dienst als tafel, maar wanneer Jervin Weckx als Gabriël de trap niet vastklemt wanneer hij erop staat, rolt deze steeds verder en kan men alleen maar hopen dat hij zijn evenwicht niet verliest. Het zijn deze kleine dingen die het geheel amateuristischer laten overkomen dan men wilt en verwacht van een professioneel gezelschap.

Alle technische minpuntjes en gemiste noten terzijde, blijft het wel een aangrijpende musical met goede acteerprestaties. Je voelt sympathie voor moeder Diana wanneer ze door geheugenverlies haar eigen kind niet meer herkend en wilt hardop roepen wanneer dochter Natalie haar talenten vergooit voor drugs en feestjes. Uiteindelijk wint de krop in de keel het van de gefrustreerde krul in de tenen.

Schermafbeelding 2018-12-21 om 12.42.00Beeld: Filip Vandueren

Wil jij volgende maand ook gratis naar een voorstelling of film van UUR KULTUUR? Heb je al een cultuurkaart? Klik dan snel op deze link en ontdek de kalender. Heb je nog geen cultuurkaart? Vraag dan via deze link snel eentje aan!

Next to Normal van proMITHEus is nog te zien in onder andere Antwerpen en Gent. Meer info en speeldata op hun website.

UUR KULTUUR Next to Normal // proMITHEus // 12 december 2018 // 30CC Wagehuys // tickets €18,  gratis met cultuurkaart

Wim Vandekeybus creëert nieuwe mythe in TrapTown

Acht dansers, tekst, film en mythologie komen samen in de nieuwe voorstelling van Wim Vandekeybus en Ultima Vez. Als verhalenverteller eerste klas en koning van de beeldtaal creëert Vandekeybus in TrapTown zijn eigen mythe over macht, liefde en dood die universele thema’s als gender en milieu aansnijdt. Werkelijkheid en fantasie worden zo met elkaar vermengd in deze intrigerende voorstelling.

Alice in Wonderland-gewijs neemt Vandekeybus ons mee down the rabbit hole naar een mythische wereld in een parallel universum dat tegelijk vertrouwd en vreemd aanvoelt. In TrapTown maken we kennis met twee bevolkingsgroepen en hun interne conflicten. De Odinezen heersen reeds jaren over de Mythriciërs en houden deze laatstgenoemde dus letterlijk gevangen in erbarmelijke omstandigheden. Nu lijkt er echter een eind te komen aan de alleenheerschappij van de Odinezen wanneer de halfbloedzoon van de burgemeester het heft in eigen handen neemt.

Het plot heeft veel weg van menig Romeins epos, toch komt het verhaal deze keer helemaal uit Vandekeybus’ eigen hoofd, aangevuld met teksten van Pieter De Buysser, in tegenstelling tot voorgaande voorstellingen zoals Oedipus/Bêt Noir (2011) waarin hij bestaande mythes op de scène tot leven liet komen. Vandekeybus bewijst met TrapTown dat hij een geboren verhalenverteller is en combineert zeer sterk de sfeer van mythologie met modernere thema’s als milieuproblematiek en gender. Al is wellicht de beeldtaal het echte hoogstandje van deze voorstelling. Ook het decor zelf, met zijn hoekige constructies als details van het in vogelvlucht gefilmde labyrint dat wordt geprojecteerd, is indrukwekkend. Visueel is dit een plaatje.

UV_TrapTown©DannyWillems-17264Foto: Danny Willems

Verschillende universele thema’s zijn in het plot terug te vinden. Zo kiest de jonge Marduk, de zoon van de burgermeester, partij voor de onderdrukte Mythriciërs en wil hij een opstand tegen zijn vader uitlokken. Samen met zangeres Trixie Whitley bevindt Marduk zich in een onmogelijke Romeo en Julia-verhouding. Verrassend genoeg wordt de rol van Marduk, zeer overtuigend, vertolkt door een vrouw, de Ijslandse performer Tanja Marín Fridjónsdóttir. Deze genderwisseling én het feit dat Marduk door zijn vader wordt vernoemd als zijnde “too girlish for a boy, too boyish for a girl” zorgen ervoor dat we actief onze perceptie van gender dienen aan te passen gedurende deze voorstelling.

Ook (hedendaags) kolonialisme komt als thema in de voorstelling naar boven. De Mythriciërs hebben melk, de Odinezen de kostbare honing. Toch is TrapTown verrevan een luilekkerland. De twee volkeren komen meerdere malen met elkaar in conflict, wat zich uit in enkele acrobatische dans- en gevechtsscènes. Mannen versus vrouwen, vrouwen versus vrouwen, mannen versus mannen. Iedereen wordt in het gevecht betrokken. De scènes zijn zeer duidelijk meticuleus ingestudeerd, maar toch zit je telkens vol spanning op het puntje van je stoel te kijken naar de vele indrukwekkende stunts en lifts die de dansers voor je neus uithalen. Verbeeldt u de gevechtsscènes uit Kill Bill Vol. 1 -zonder samuraï zwaarden- maar met een hoger So You Think You Can Dance gehalte.

UV_TrapTown©DannyWillems-18021Foto: Danny Willems

Door de thematiek en enscènering is TrapTown een zware voorstelling. De meer luchtige momenten zijn daarom misschien welgekomen, maar breken tegelijk het mysterieuze wereldbeeld. Zo kregen bepaalde mensen bij het binnenkomen een basketbal aangereikt. Op een bepaald moment worden deze ballen op vraag van één van de personages naar voren doorgegeven, op het podium in een klas verzameld en door een stok over de scène gedreven. Geschater en gelach uit de zaal, maar net als alles in deze voorstelling niet zomaar zonder diepere betekenis. Zelfs een klasje brave ballen, wordt in deze wereld onderdrukt.

“Only in death we are equal”

Gaandeweg wordt de sfeer steeds grimmiger, de opstand dreigender. Uiteindelijk komt het conflict na een aanslag volledig tot uiting, wat wederom zorgt voor de ondergang van de Mythriciërs. Wanneer Marduk de slachtoffers verzamelt en hun traditioneel wilt begraven, wordt uiteindelijk ook hij door zijn eigen volk vermoord. Wantrouw en verraad zijn twee belangrijke thema’s doorheen de voorstelling. De Odinezen zien hun wandaden tegenover de Mytriciërs niet in, en omgekeerd gunnen de Mytriciërs de zoon van hun Odinese leider nooit hun vertrouwen. Tot het te laat is. Op het einde van de voorstelling stort de wereld in, de hele samenleving valt uiteindelijk net niet ten prooi aan elkaar, maar wel aan een zinkgat. Ook in een mythologische wereld ontsnappen we dus niet aan milieuproblematiek.

Maatschappelijke wrijving, gender en milieu combineren in een mythisch verhaal én dit tot uiting brengen in een mengvorm van taal, beeld, muziek en dans, Vandekeybus wou voor TrapTown alles uit de (melk)kan halen, zoveel is zeker. De dansers-acteurs op de scène brengen het verhaal met verve, al doet het geheel zich zo nu en dan wat onsamenhangend en langdradig aan en vergt de overgang tussen de verschillende mediavormen, voornamelijk in het begin, wel erg veel van het publiek. De dialogen zijn zeer direct, wat een schril contrast vormt met zowel de poëtische filmbeelden als de sterke dansscènes, waardoor de creatie soms in delen uiteen dreigt te vallen. Maar naarmate de verschillende disciplines meer op elkaar ingrijpen, word je er als toeschouwer toch verder in meegezogen. De intrigerende mythologische wereld houdt het geheel net genoeg samen. In die wereld wil je ronddwalen. Of toch voor een uur of twee.

UV_TrapTown©DannyWillems-8247Foto: Danny Willems

TrapTown // Wim Vandekeybus & Ultima Vez // 29 november 2018 // 30CC

20% korting op vertoon van je cultuurkaart aan de ticketbalie van 30CC

 

 

Mika Taanila bewijst in ‘The End’ dat kunst ook gewoon lekker moraliserend mag zijn

Een donkere exporuimte, drie beeldschermen, enkele zitzakken en een dreigend geluid zijn de eerste elementen waar je als bezoeker mee geconfronteerd wordt in de tentoonstelling The End van de Finse kunstenaar Mika Taanila. “In zijn werk combineert Taanila bestaande materialen en verhalen in een reflectie op de menselijke toestand in de huidige samenleving”, zo weet het bezoekersblaadje ons te vertellen.

Ik laat me in de zitzakken ploffen. Er verschijnen projecties op de schermen. Het is een snelmontage van beelden. We maken kennis met het leven in Eurajoka, een klein dorp met 6000 inwoners in het westen van Finland. Wie de idyllische natuurbeelden ziet, zou nooit geloven dat de voornaamste attracties in dit dorp sinds de jaren ’70 twee kernreactoren zijn. Een derde kernreactor is op komst, al zou die in 2009 eigenlijk al af geweest moeten zijn, maar de constructie ervan liep vertraging op. Taanila bracht in deze vijftien minuten durende video-installatie de constructie ervan in beeld. Natuurtaferelen worden afgewisseld met beelden van het schijnbaar rustig boerenleventje in het dorp, scènes van mannen in overalls die radiatie-metingen uitvoeren en arbeiders die de kernreactor bouwen. In fast-forward lijken de piepkleine arbeiders wel een hardwerkende mierenkolonie. Beseffen ze wat ze werkelijk doen? Of zijn het gewoon werkers die bevelen opvolgen en daarna zelf opgegeten dreigen te worden?

De beelden op zich zijn niet echt schokkend, maar het is de combinatie tussen beelden en soundtrack die ervoor zorgt dat ik met een wrang gevoel in mijn lijf als gekluisterd naar het scherm blijf staren. De boodschap die Taanila geprojecteerd op dit moraliserende drieluik wilt meegeven, is duidelijk. Kijk wat wij, de mens, met de aarde en de natuur aanrichten.

The End bestaat uit vier verschillende werken. Twee kortfilms, een fotocollage en een readymade stuk marsepein, maar het zijn vooral de twee films die de tentoonstelling z’n kracht geven. Evenals The Most Electrified Town in Finland (2012), gaat ook Taanila’s meest recente film The Earth Who Fell To Man (2017) over de veranderingen die de mens de aarde en de natuur -ongeoorloofd? – heeft toegebracht. Al mag Taanila niet met alle lof gaan lopen, want in feite is deze kortfilm niets meer dan een collectie beelden van de film The Man Who Fell to Earth (1976), de verfilming van de gelijknamige roman uit 1963. De film gaat over een buitenaards wezen, vertolkt door David Bowie, dat met zijn ruimteschip op de Aarde verongelukt en vervolgens verkleed als mens op zoek gaat naar een manier om water naar zijn planeet te vervoeren. The Man Who Fell to Earth was de visuele uiting van Bowie’s hoop op een betere toekomst, een wereld in Ziggy Stardust’s universum waar nog hoop en liefde heerst, in contrast met onze koude wereld. Taanila heeft bewust elk voorkomen van Bowie uit de film geknipt én de beelden ook nog eens op z’n kop gezet.

Het resultaat is een kortfilm van landschappen, gebouwen, achtergronden, wegen, lucht en aarde ondersteund door een soundtrack van aardbevingen, vallende stenen en aardverschuivingen. De mens valt niet meer op de aarde. Zoals de titel niet zo subtiel aangeeft, is vandaag net andersom.

Mika Taanila kaart in The End op gepaste wijze de ecologieproblematiek aan waar we nu jammer genoeg mee te maken krijgen. Op zich niets nieuws voor Taanila, die reeds sinds de jaren ’90 via zijn kunst kritiek levert op de gebreken van de hedendaagse wetenschap en wereld. De betekenissen in zijn kunstwerken zijn ondubbelzinnig, voor veel persoonlijke interpretatie is zijn werk niet vatbaar. Of dat een plus- of minpunt is van deze toch intrigerende tentoonstelling, kan u best zelf uitmaken.

In The End nodigt Taanila ons uit om door middel van vier verschillende werken door zijn ogen te kijken naar het ecologievraagstuk en bewijst zo dat kunst ook gewoon lekker moraliserend mag zijn. Moraliserend. Niet zo stimulerend. Wel intrigerend. The end.

The-Most-Electr_2Foto: Job Janssen & Jan Adriaans

The End van Mika Taanila. Nog tot 16 december te bezichtigen in STUK. Gratis.

 

Dertien jongeren (v/x) gaan op het podium de strijd aan tegen genderongelijkheid

Vorige week ging ‘Passing the Bechdel Test’ in première, een coproductie van fABULEUS en GRIP in een regie van choreograaf Jan Martens.  Geen dans op de scène echter, maar taal. In een mengelmoes van talen en media en gewapend met citaten, leugens en waarheden staan dertien jongeren (V/X) op de scène. Uw aandacht zullen ze trekken, want ze hebben een boodschap te verkondigen.

“What is it like if you are fifteen and you are faced with all the things a girl is supposed to be?” – Ali Smith

Eén voor één komen ze de lege scène op gewandeld. Op de tonen van “You don’t own me” van Lesley Gore staren ze het publiek in. Met dertien zijn ze, tussen de veertien en negentien jaar oud. Sommigen voelen zich vrouw, anderen niet. Gedurende twee uren brengen ze teksten over feminisme, seksualiteit, gender en wat het betekent om al dan niet vrouw te zijn, afgewisseld met persoonlijke anekdotes. Echt acteren is dit niet, de jongeren zijn in de eerste plaats zichzelf, al belichamen ze ook de auteurs en kunstenaars die ze zowaar stoïcijns voordragen.

Een veertienjarige teksten van Mary Wollstonecraft en Virginia Woolf geloofwaardig laten overbrengen, wetende dat de gemiddelde universiteitsstudent al eens moeilijkheden ondervindt de diepgang ervan te begrijpen, is op z’n zachts gezegd bewonderenswaardig. Het is duidelijk dat de jongeren tijdens het repetitieproces en daarbuiten zelf veel gelezen hebben en dat de thema’s hen persoonlijk aanbelangen. Zo krijgen ze voor elkaar wat menig professor vaak niet lukt, de zaal luistert én begrijpt wat ze zeggen.

“The ability to tell your own story is already a victory, already a revolt.” – Rebecca Solnit

Met Passing the Bechdel Test schreef Jan Martens een manifest voor de toekomst. Al werden sommige voorgedragen teksten al een eeuw geleden geschreven, ze blijven bijzonder actueel. Waarom we nog steeds moeten protesteren is een constante onderliggende vraag doorheen de voorstelling. Zoals Virginia Woolf in 1927 zelf zei, zijn er verhalen die iedere generatie opnieuw verteld moeten worden. De jongeren op de scène vormen deze nieuwe generatie. Zij gaan voor algemeen belang opnieuw de confrontatie aan, wat nodig is. Want we hebben de laatste decennia dan wel grote sprongen genomen omtrent LGBTQ-rechten, aanvaarding blijft zelfs in 2018 een prangend probleem, wordt al snel duidelijk.

“I want to thank you for your courage and I want to tell you that I believe you.” – Kamala Harris

De parallellen tussen de verhalen die worden voordragen en de eigen verhalen van de jongeren zijn duidelijk te merken. Zo nu en dan krijgen we zelfs hun eigen versie van de feiten te horen, en dat vraagt moed. Voor je familie en vrienden uit de kast komen lijkt me één ding, daarover vertellen in een bomvolle zaal iets anders. Toch staan ze allen schijnbaar zelfverzekerd op de scène. Deze persoonlijke verhalen en anekdotes dragen de voorstelling niet alleen extra kracht bij, ze zijn ook een welgekomen afwisseling.

Het is een lange voorstelling. Hoewel het nooit gaat vervelen, want daarvoor wordt er op slimme wijze voldoende met vorm en media gespeeld, vergt het interpreteren van de voorgedragen teksten wel wat aandacht. Door de grote hoeveelheid ervan, dreigen sommige teksten vergeten te worden. Niet getreurd echter, want bij afloop krijg je hun  ‘bijbel’ gewoon mee naar huis. Geen verhalen over water en wijn, wel samenvattingen en quotes over de auteurs die werden voorgedragen. Oprecht handig en een leuke tastbare herinnering.

Passing the Bechdel Test is een voorstelling die blijft nazinderen. De woorden van de grondleggers van het feminisme horen uit de mond van een nieuwe generatie, mist zijn impact niet. “In the name of the mother, daughter and the holy cunt”, gaat dat zien.

passing-beeld-804x1200
© Wies Hermans – Fuut

Wie ook graag naar Passing the Bechdel Test gaat kijken, kan daarvoor tot mei 2019 terecht in zowel binnen- als buitenland. Meer info op de websites van fABULEUS en GRIP.

fABULEUS & GRIP // Passing the Bechdel Test // 8 november 2018 // Soetezaal, STUK // €14 (€10 met cultuurkaart)

 

 

Raf Walschaerts klapt openhartig uit de biecht in nieuwe solovoorstelling

U kent hem wellicht als “de helft van Kommil Foo”, maar in de voorstelling Biecht staat Raf Walschaerts dit maal zonder zijn broer op de scène. In een mix van cabaret, toneel en concert neemt hij ons anderhalf uur lang mee doorheen een wirwar van gedachten en herinneringen, wensen en angsten. Openhartig en charmant zoals altijd, maar met een bepaalde rauwheid die we nog niet eerder van hem zagen. Hij is eerlijk. Te eerlijk? Raf Walschaerts heeft iets op te biechten.

Hij wilt altijd alles goed doen. Dat begon al in de wieg. Sindsdien wilt hij niemand teleurstellen, zelfs niet een homo in de schoenenwinkel of zijn vijfjarig petekindje dat alles vanzelfsprekend lijkt te vinden. Niet zijn vriendin waarmee hij zo nu en dan eens vriendschappelijk de liefde bedrijft, niet haar hond en zeker niet zichzelf. Hij mag dan nog wel 34 jaar te leven hebben, zo heeft hij zelf beslist, hij is bang. Want wat worden zijn laatste woorden?

“Ik ben bang, dat ik bang ga hebben. Niet voor wat er komt, maar dat ik het niet goed ga doen. Ik wil altijd alles goed doen. Zelfs sterven. Mijn laatste woorden moeten zowel humoristisch als ontroerend zijn, en dat is niet gemakkelijk.”

Het goed willen doen, dat hebben we allemaal in ons. Als we niet ons best doen, voelen we ons schuldig. Zondig. Dat is de fout van de grote homeopaat in de wolken, aldus Walschaerts. Hij is het, die ons in de steentijd met zondebesef heeft opgezadeld, wat een historisch moment geweest moet zijn. Het ene moment kon je nog ongestoord op straat met de buurvrouw vrijen, het volgende moment niet meer. Alhoewel?

Seks en ontrouw zijn de centrale thema’s binnen de voorstelling. Hij windt er weinig poëtische doekjes om en lijkt het publiek te willen confronteren. Misschien hebben wij ook wel iets op te biechten? Een ogenschijnlijk humoristische voorstelling, krijgt zo al snel een diepere laag. Vijftig procent van de monogame koppels gaat vreemd, zegt Walschaerts, wetenschappelijk bewezen. Belangrijk om te vermelden in een universiteitsstad, uiteraard. Bij wijze van verduidelijking deelt hij de zaal in tweeën. Rechts, de klootzakken en links de naïeve zieltjes. We moeten elkaar aankijken. Hier en daar barst iemand in bulderlachen uit, anderen blijven doodstil zitten. Er heerst spanning in de zaal. Ontrouw en overspel komen even heel dichtbij. En dat is waar Walschaerts zo sterk in is, diepere thema’s aansnijden met een weergaloze openhartigheid.

“Biechten voor de grote homeopaat in de wolken. Ik noem hem homeopaat, omdat homeopathie ook enkel werkt als ge erin gelooft.”

Enkele van zijn verhalen vertelt hij door middel van liedjes, waarbij hij zichzelf begeleidt op gitaar en piano. In zijn typische parlando-stijl, zingt hij over de liefde of net het gebrek eraan. Hij brengt vier nieuwe nummers, al klinken ze vertrouwd in de oren. Dit is klassieke Kommil Foo. Wie had gehoopt in deze solovoorstelling een andere stijl te horen, blijft op zijn honger zitten. Een solovoorstelling was de ideale kans geweest om eens iets anders te laten zien, maar de oudste Walschaerts blijft braaf bij zijn leest. Ach, we steken het op die grote homeopaat in de wolken.

Geen vernieuwende voorstelling dus, maar daarom niet minder beklijvend. Raf Walschaerts heeft in deze anderhalf uur durende biecht zijn ziel blootgegeven, misschien wel voor de eerste keer. Zijn liedjes en verhalen waren altijd al uit het hart gegrepen, maar nu toont hij werkelijk geen gêne meer.  En biechten schijnt dan toch te helpen. De angst waarmee hij de voorstelling opende, is verdwenen. Hij is klaar voor de dood, of toch over een jaar of 34.

“De cirkel is rond. Ik 87 jaar oud, kleine Maria in mijn armen. Mijn leven voorbij, terwijl het hare nog moet beginnen “En?” Vraagt ze. “Het is goed geweest”, zeg ik.”

2018-10-23 20:23:09.707Foto: Eline Dewaele

Raf Walschaerts // Biecht // 23 oktober 2018 // 30CC Schouwburg

(20% korting op vertoon van je cultuurkaart aan de ticketbalie van 30CC)

“Paradise Now (1968-2018) is een PowerPointpresentatie van de mensheid”

Paradise Now (1968-2018) was weer even thuis. De voorstelling van het Leuvens theater en dans productiehuis fABULEUS, stond zo’n halfjaar na première opnieuw in hun vertrouwde Soetezaal. Enkele dagen geleden konden jullie hier al een recensie lezen over de voorstelling op woensdag 17 oktober. De dag erna trok ik ook richting STUK om er de jongerencast te treffen. Tussen twee schoolvoorstellingen in maakten Jarko Bosmans (15), Sarah Bekambo (16), Zulaa Antheunis (23) en ikzelf het ons gezellig op het zonovergoten terras van hun loge. Zakken chips en lachbuien incluis, beloofde het een gezellig gesprek te worden.

Hoe is het om een halfjaar na de première opnieuw in Leuven te spelen?

Zulaa: ‘Dat is een beetje thuiskomen, hè. Je merkt wel doorheen de voorstellingen en de verschillende plaatsen waar we spelen, dat we ons moeten aanpassen aan de zaal.’

Jarko: ‘Ja de zaal hier is bijvoorbeeld heel hoog, terwijl die in Antwerpen breed was, waardoor onze focus net iets anders ligt.

“Het gaf een heel leuk gevoel om terug thuis te spelen.” – Jarko Bosmans

Sarah: ‘Ergens is het ook wel een vies gevoel, omdat het merendeel van ons van Leuven is of hier toch veel mensen kent. Als je bijvoorbeeld in Berlijn speelt, dan weet je honderd procent zeker dat er niemand in de zaal zit die jou kent, terwijl ik er hier in Leuven toch vanuit ga dat vijftig procent van wie in de zaal zit mij kent of weet wie ik ben. Dat geeft toch dat tikkeltje meer stress. Dat is net zoals voetbal hè, als je thuis speelt…’

Lees verder