Wat? Saint Amour // Waar? 30CC/Schouwburg // Wanneer? 17febr 2015
Spreek mij van Valentijn en Cupido en ik werp je een blik toe waar Medusa zelf van versteent. Maar neem me mee naar Saint Amour, dat wulpse letterfeest van de liefde, en ik ben voor eeuwig de jouwe. In het valentijnsprogramma van Behoud de Begeerte zijn het dit jaar vooral dichters die op het podium de liefde mogen bezingen: melancholische, grappige, vergane, eeuwigdurende, grootse en kleine liefde. Het werd een sobere voorstelling: afgezien van enkele korte video- of dansintermezzo’s stonden de schrijvers en hun teksten centraal.
Zanger en auteur Thé Lau moest helaas verstek geven voor de Vlaamse voorstellingen, nadat hij ook al paste voor de Nederlandse, wegens griep. Het enige gitaarspel kwam dus van Bert Dockx, die bij wijlen zinderende en poëtische muziek bracht. Hij stond Gustaaf Peek bij die voorlas uit zijn alom gelauwerde roman Godin, Held.
Ingmar Heytze luchtte de voorstelling op met humor en herkenbaarheid, en bracht onder andere poëzie over van die brieven over “jou en wij” die nooit hun bestemming zouden mogen bereiken, brieven “die je vervolgens met een pollepel of een ander wanhopig stuk gereedschap weer uit de brievenbus probeert te vissen, bij voorkeur in de regen en zonder succes”.
Maar nu weer even serieus. De erudiete nestor van het gezelschap, Stefan Hertmans, voor de gelegenheid in de gedaante van gewonde frontsoldaat – of stomweg gevallen, je kiest maar – las voor uit onder andere zijn bundel Kaneelvingers. Later verhaalde hij het levenslange, verscheurende verdriet van zijn grootvader over zijn verloren geliefde, uit de instant-klassieker Oorlog en terpentijn. Hertmans is zonder twijfel en begenadigd, al hield uw reporter dit keer eerder de adem in bij zijn proza dan bij de ietwat afstandelijk gebrachte, hermetische poëzie.
Voor een dosis goede ouderwetse romantiek zorgde Mirjam van Hengel: zij reconstrueerde de levens van Leo Vroman en Tineke Sanders, en hun liefdesverhaal die de beproevende oorlogsjaren overleefde. Liefde op het eerste gezicht, een leven lang: zo zeemzoet dat de gemiddelde cynicus er zijn wenkbrauwen hemelhoog voor zou optrekken, om dan uiteindelijk net niet in tranen uit te barsten bij de diepgevoelde afscheidsbrief die Leo schreef aan Tineke.
Maar het moet gezegd, deze liefdeskaravaan werd vooral getrokken door drie jonge dichteressen: Ellen Deckwitz, Maud Vanhauwaert en Charlotte Van den Broeck. Zonder hen drieën over dezelfde kam te willen scheren, het is zeker zo dat hun teksten op vergelijkbare wijze mooi op de grens tussen poëzie en podium balanceren. Ze lieten de spreekstoel voor wat hij was en traden het publiek tegemoet met sprekende beelden, verhalende verzen en vloeiende ritmes. Deze drie vaten talent waren de ontdekking van de avond.
Nu, is de voorstelling erin geslaagd de begeerte te behouden onder de toeschouwers? Her en der in de zaal vlijden hoofden zich op nabijgelegen schouders neer en klonk er een sporadische vertederde ‘ooh’ of instemmend gelach. De populaire formule van Saint Amour werkt nog steeds, al was dat dit jaar toch vooral te danken aan het jong geweld.