El cantar del playo or… a song is a rose is a thorn

Pop star performance, poezië voordracht en een biertje atten. Mario Barrantes Espinoza haalt werkelijk alles uit de kast om je mee te nemen op een trip down memory lane, bestemming: het Costa Ricaanse, queer uitgangsleven anno 2010.

© Michiel Devijver

De Costa Ricaans-Nicaraguaanse kunstenaar en choreograaf doet met zijn performance een stukje persoonlijke geschiedenis uit de doeken. Zijn verhaal vertelt hij ons niet rechttoe rechtaan. Mario neemt liever een omweg en communiceert verbaal uitsluitend aan de hand van de taal van plancha, de muziek van Costa Ricaanse muzikanten uit de jaren zestig. Het publiek indertijd bestond voornamelijk uit huisvrouwen die er hun dagelijkse beslommeringen mee bevochten. Vandaar de naam plancha, ‘musica para planchar’ ofwel ‘muziek voor tijdens het strijken’. In 2010, een vijftigtal jaar later, wisselt plancha zijn oorspronkelijk publiek in voor de Costa Ricaanse queer gemeenschap en ontpopt deze muziek zich tot de campy soundtrack van hun uitgangsleven. Plancha, gekenmerkt door tragiek, theatraliteit en emotionele expressiviteit, is verder ook sterk ingebed in de cultuur van telenovelas (een typisch tv format, denk liefde – veel plotwendingen – happy end) en in die van de transformistas (‘drag queens’).

Aldus staat Mario niet moederziel alleen op een podium in de Manhatten. Hij brengt de zielen van oude geliefden, one-night stands, plancha-muzikanten uit de vorige eeuw, latina huismoeders en dramatische telenovela-figuren tot leven en laat ze mee zweten, zingen en brullen op het tempo van zijn liefdesleven. Niet alleen de rijke geschiedenis van de muziek die hij handig inzet om zijn verhaal te doen, maar ook zijn eenvoudige, doch sterk conceptuele choreografie brengt de figuren die zijn verhaal begeleiden tot leven.

Mario’s performance neemt ons mee op een uiterst intieme en persoonlijke inkijk in zijn prille jaren als ‘playo’ (Costa Ricaanse en denigrerende benaming voor homoseksuele mannen) . Aan de hand van de retoriek van plancha muziek, lijkt het zijn bedoeling om de zoektocht naar zijn identiteit en de verkenning van zijn seksualiteit te plaatsen binnen een cultureel kader waar zoveel andere Zuid-Amerikaanse gemeenschappen zich mee vereenzelvigen. Op ingenieuze wijze deconstrueert hij de muziek in poezië, popmuziek performances, dans, een drag persona en kwetsbare stilte. Hij geeft zich (letterlijk) volledig naakt aan zijn publiek. Met dit optreden zingt en danst hij niet alleen het lied van een jonge Costa Ricaanse homoseksuele man, maar ook dat van zijn peers en van alle andere gemeenschappen die zich de taal van plancha eigen hebben gemaakt.

El cantor del playo or… a song is a rose is a thorn’ was te zien in Studio STUK in de Manhatten op 4 oktober.

Hoe afscheid van autobezit kan klinken: “Je kan je dat bijna niet voorstellen, dat je je langs de snelweg geborgen kan voelen”

Op 16 maart is Afscheid van een auto te zien op UUR KULTUUR in OPEK. Het is de passende titel van de podcast én voorstelling van Adriaan Van Aken over zijn allerlaatste reis met zijn gezinswagen. Hierbij volgt hij het recept van Julio Cortázar en Carol Dunlop, die in 1982 van Parijs naar Marseille afzakten en op elke snelwegparking die ze tegenkwamen een stop maakten. Deze reis schreven ze neer in de roman ‘De Autonauten van de Kosmosnelweg’. Adriaan gebruikt hun regelement om zo na ongeveer 30 dagen en 60 stops in Marseille te arriveren, met als doel: zijn trouwe gezinswagen verkopen en een autoloos bestaan starten.

CLUB KULTUUR sprak met hem over zijn voorstelling, die misschien het beste te omschrijven valt als een intrigerend en unieke audiodocumentaire gebracht als theatervoorstelling.

Kwam het idee om een podcast en audiovoorstelling te maken pas na de beslissing om de auto weg te doen of ervoor al? Het is eigenlijk een beetje hoe het in de voorstelling verteld wordt, want die is – op een paar verhaaltechnische details na – heel waarheidsgetrouw. De keuze werd gemaakt na een aantal gesprekken met mijn vrouw over of we de auto eigenlijk wel nog nodig hadden. Om de uiteindelijke stap te zetten heeft het het idee om daar een project over te maken wel erg geholpen. Klimaat is sowieso iets dat mij wel bezighoudt – ik hoop iedereen – en voor de finale keuze heb ik twee grote inspiratiebronnen gehad die allebei iets gelijkaardigs vertellen. De eerste is de voorstelling Hoop van mijn collega Stijn Devillé uit 2015 en de andere een recentere uitzending van de podcast ZIGO (Zwijgen Is Geen Optie) met Benjamin Verdonck. Bij beiden valt de term ‘politiseren’. Dat gaat over het feit dat een dergelijke actie zoals bijvoorbeeld stoppen met het eten van vlees een impact heeft op je omgeving. Deze actie wordt een factor, een gespreksonderwerp aan tafel, een obstakel, iets dat meespeelt. Bij het wegdoen van je auto is dat dus ook heel sterk het geval. Ik hoopte dat een project zoals dit dat ook zou kunnen bereiken – en dat blijkt ook wel zo. De jonge gezinnen in de straat waar ik woon hebben allemaal nog een auto, maar gebruiken hem eigenlijk alleen maar om ’s zondags mee naar de familie te rijden. Die hebben ons daarna allemaal hun auto aangeboden (lacht). Er zijn ook mensen uit de omgeving die hun auto ook echt hebben weggedaan en waarin dit project een meespelende factor was. Zo werkt politiseren. Het is al veel om geen auto meer te hebben, maar als je zo’n project maakt waarbij je uitgebreid afscheid neemt van je auto, dan werkt dat nog beter. Het is fijn om te zien dat dat echt werkt, dat politiseren. Op kleine schaal weliswaar, maar je weet nooit hoe zich dat vervolgens kan uitbreiden.

Voor mensen die minder bekend zijn met audio en audiowerken, hoe zou je zelf deze voorstelling omschrijven? Als een goed voorbeeld van wat ik zelf geënsceneerde audio noem. Daarmee bedoel ik dat alle theatrale middelen, zoals licht, geluid, maquettes, ondertitels…  worden ingezet om je beter te doen luisteren en een live-luisterervaring te creëren. In de eerste plaats is deze voorstelling dus een luisterervaring en mijn live aanwezigheid en de ondertitels versterken het verhaal. Alles wat je niet beter doet luisteren, is weggelaten.

“Een actie zoals het wegdoen van je auto heeft een impact op je omgeving; het wordt een factor, een gespreksonderwerp aan tafel, een obstakel, iets dat meespeelt. Ik hoopte dat een project zoals dit dat ook zou kunnen bereiken – en dat blijkt ook wel zo”.

© Boumediene Belbachir

Je inspireert je op het vernoemde boek De autonauten van de kosmosnelweg. Jij blijft ook plakken op plekken die voor niemand echt een bestemming zijn, maar voor jou net wél. Heb je iets met deze soort plekken, de snelweg en de snelwegparking? Ik denk dat die fascinatie voor mij erin bestaat dat die plekken zo oningevuld en generisch zijn, voorspelbaar in hoe ze gemaakt zijn. Dat geeft mij een gevoel van vrijheid. Ik denk dat veel mensen dat kennen; dat zo’n stop maken op een snelwegparking tijdens een lange autoreis toch plezant kan zijn op één of andere manier. Ik wil daar altijd wat langer blijven plakken. Onder meer omdat je stilstaat in een wereld die op beweging gebaseerd is. Als autonaut sta je heel lang, veel langer dan normaal, stil op een plek waar je normaal niet lang blijf stilstaan. En dan valt er plots van alles te ontdekken, dan opent er zich een parallel universum – zoals Cortázar en Dunlop het noemen. Dat gebeurt echt! (lacht). Een universum naast het universum en eentje waar ik mij wel thuis in voel. Dat is raar hé. Maar toch is het zo.

“De voorstelling is, net zoals de auto, veel mooier en visueler geworden dan ik hem bedoeld had”

– Adriaan Van Aken over Afscheid van een auto

Je had waarschijnlijk enorm veel audiomateriaal na je reis. Hoe ben je met dat materiaal aan de slag gegaan om uiteindelijk tot een voorstelling op scène te komen – die zowel luisterbaar als kijkbaar is? Inderdaad, dat was een berg aan materiaal. Ik was echt bang van hoe ik daar in godsnaam aan moest beginnen. Ik heb eerst de podcast gemaakt, waar ik dus eerst heel hard op de audio focuste en nog niet op hoe ik dit op scène ging brengen. De voorstelling wilde ik ook heel eenvoudig houden, maar die is uiteindelijk veel visueler geworden dan ik in eerste instantie voor ogen had. Daar ben ik ook heel blij om. Ik heb er ook vrij snel voor gekozen om mijn dagboeknotities, die ik geschreven heb tijdens de reis, ook te gebruiken als een soort voice-over. Hoewel ik die notities niet bedoeld had als bruikbaar materiaal voor de podcast of voorstelling zijn die uiteindelijk heel belangrijk geworden. Bovendien is heel leuk als je behalve je eigen stem ook heel veel toffe klanken kunt integreren, zoals een vrolijk hondje, het geluid van een riviertje, het geluid van de eerste regenbui in de auto. Ook had ik een heel mooie captatie van een gigantisch maar leeg wegrestaurant, waar ik als enige ballekes in tomatensaus aan het eten was. Veel van dit leuk materiaal kwam van een aire ongeveer het midden van mijn reis – en die middelste aflevering (De Reiger) heb ik ook als eerste gemaakt. Alles wat in een goede aflevering zou kunnen horen, zit daar een beetje in; zowel een soort emotioneel traject als veel leuke klanken en geluidsfragmenten.

Een andere belangrijke troef op reis was ook de auto, die omgebouwd is om die reis te kunnen maken. Dat is zeer goed gelukt door onze technieker Wim De Jaeger en beeldend kunstenaar Sara Bomans. Zij zijn gaandeweg echt een team geworden en hebben de auto keimooi verbouwd, wat een grote troef geweest is onderweg. De auto trok echt aandacht en zo kon ik mensen naar mijn auto halen om hen te interviewen. Sara heeft daarna ook het decor gemaakt met maquettes die – net als het interieur van de auto – allemaal gemaakt zijn uit recuperatie- en wegwerpmateriaal. Zo is de voorstelling, net als de auto, veel mooier en visueler geworden dan ik hem bedoeld had.

Je bent een soort ontdekkingsreiziger op redelijk ongewone bestemmingen zoals die snelwegparkings. Dat vraagt ook een bepaalde manier van kijken en observeren van de eerder banale wereld rondom je. Is die observerende en nieuwsgierige blik eigen is aan jezelf als persoon of was dit bewuste en actieve houding tijdens je reis? Dat observeren is wel iets dat ik kan en graag doe. Toch moet ik me daar ook wel op focussen; ik ben niet heel de tijd aan het observeren op de trein of op straat. Maar als ik mij daarop toespits en concentreer, dan ben ik daar wel vrij goed in. Professor in sociale geografie Maarten Loopmans – die ook aan bod komt in de podcast – zei na mijn voorstelling dat wat ik doe eigenlijk een heel goed voorbeeld is van hoe antropologen ook te werk gaan. Ik begin op elke nieuwe stop (gebaseerd op Cortázar en Dunlop weliswaar) altijd met te vertellen ‘ik ben hier, het is zo laat, het is zoveel graden’. Een toevoeging van mezelf en mijn klein team van dramaturgen is de beschrijving van mijn gemoed. Dat is ook iets dat antropologen moeten doen in hun onderzoek, net omdat je gemoed je observaties erg kan beïnvloeden. Als je goedgezind bent, kijk je heel anders dan wanneer je net in een dipje zit. Dat kan ook met de temperatuur te maken hebben: observaties maken op een snelwegparking – wat vaak asfalt asfalt asfalt is – verschilt als het 38°C of 24°C is.

Het is dus wel leuk dat dat redelijk wetenschappelijk blijkt te zijn, dat er een methodologie in mijn verslag zit. En dat is ook iets wat ik misschien één van de beste dingen vind in dat boek van Cortázar en Dulop: de secce optelsom van waar ze zijn, wat ze gegeten en gedronken hebben… dat vind ik altijd heerlijke passages.

Ik monteer erg op tempo en dat is iets dat ik erg hard nastreef, om een ritme in de montage te krijgen. Voor mij is dat de magie van het audiomaken

Is er iets dat je als publiek niet snel zou opmerken maar waar er veel aandacht en focus naartoe gegaan is tijdens het maken van de voorstelling? Een groot deel van het werk zit onder andere in de montage van geluid en tekst. Weinig mensen zien dat echt, dat ritme en dat monteren, maar ze voelen het wel hoop ik. Ik heb zelf al doende ‘op grit’ leren monteren; de muziek die je gebruikt heeft namelijk een bepaald tempo, uitgedrukt in beats per minute (BPM) en dat tempo kan je heel visueel maken. In de voorstelling wordt de voice-over op een apart scherm ondertiteld en de ondertitels zijn op hetzelfde ritme gebaseerd als de muziek. Zo krijg je dat ritme ook visueel in beeld. Rudy Trouvé, die de muziek heeft gemaakt, heeft bewust muziek aangeleverd in verschillende tempo’s en verschillende audiolagen, zodat ik zelf erg kon knutselen in de montage. Ik monteer daarbij erg op tempo en dat is iets dat ik heel hard nastreef, om een ritme in de montage te krijgen. Ik heb ook het gevoel dat je dat voelt, dat het een beetje ‘duwt’, tenzij ik er bewust voor kies dat niet te doen. Dat vind ik ook zo plezant – voor mij is dat de magie van het audiomaken.

© Boumediene Belbachir

Tot slot, wat neem je mee van deze reis? Is er iets dat je niet wilt vergeten? Ik denk slapen in de auto, in die specifieke auto. De geborgenheid daarvan – dat is echt iets fenomenaal. Je kan je dat bijna niet voorstellen, dat je je langs de snelweg geborgen kunt voelen. Maar van zodra dat die gordijntjes dicht waren – dan was mijn dag echt voorbij en was ik op mezelf. Dat was is heel plezant: dat je na een absurde dag waarin je in de kofferbak van je auto gezeten hebt en veel naar mensen en dingen hebt gekeken en rare notities hebt gemaakt, dat je dan toch even thuiskomt. Die ervaring is echt wel iets om te bewaren; iets wat ik zelf totaal niet had verwacht.

Afscheid van een auto is te zien tijdens het UUR KULTUUR op 16 maart 2022. Beluister ook zeker de podcast via Spotify, Apple Podcasts of Deezer!

She’s her(e)

Genen. Gen-en. Alsof het ‘niksen’ betekent. In feite bepaalt het alles: wie we zijn. Auteur, columnist en moeder Dalilla Hermans onderzoekt in haar eerste theaterstuk ‘Her(e)’ de pijn die zwarte vrouwen in België meedragen, maar ook de onvoorwaardelijke vreugde die tussen hen leeft. Actrice Abigail Abraham vertelt hun verhaal. Altijd onverbloemd. Altijd bij de keel grijpend.

Het is vijftien februari in het Wagehuys in Leuven. Ook hier gaat de tijd immers vooruit, al zou je je na de voorstelling kunnen afvragen of mensen dit wel weten. Of ze wel weten dat ze erin mee mogen gaan. Misschien weten ze het wel, maar verzetten ze er zich koppig tegen, dat kan ook. In ieder geval zijn er een 150 tal mensen die vanavond bewust de confrontatie opzoeken. Gelukkig maar.

 ©Harmony Benegusenga

We zien onszelf immers in grote, voornamelijk rechthoekige, spiegels met oude, goudkleurige omkaderingen. De figuurlijke spiegels volgen pas later. Zwarte actrice Abigail Abraham kijkt verveeld toe naar het witte publiek, met haar huid als onbewerkte boetseerklei, liggend in een azuurblauwe zetel die zich laat bedekken door een deken dat doet denken aan vers geperste appelsienen in de zomer. In haar monoloog vraagt Abigail ons iets meer kleurenblind te zijn, maar de prachtige, symbolische contrasten in het decor benadrukken hoe gevoelig we voor kleur zijn.

Bosklasse, maar dan inclusief

Het zachte gezang op de achtergrond gaat over in geprojecteerde beelden van een lachende en dansende groep zwarte vrouwen. Eenendertig om precies te zijn. Dalila Hermans nodigde deze artiesten, actrices en activisten 24 uur uit in Villa Hellebosch om het te hebben over hun ervaringen als zwarte vrouwen in een witte wereld. Overal bekeken, nergens gezien.

De beelden, die nu het hele decor overmeesteren, trekken ons eerst mee in hun vreugdevol verhaal. Ook een dag na Valentijn mag liefde de overhand nemen. De vrouwen halen zichtbaar veel geluk uit de verbinding met elkaar en Abigail glimlacht luidop en vraagt zich af of het mag, zo dansen. ‘Natuurlijk mag dat niet!’, beantwoordt ze zichzelf. De sfeer slaat om en de pijn die deze vrouwen elk moment met zich meedragen, wordt op een pakkende manier steeds zichtbaarder gemaakt.

Don’t tell me I’m magic

‘Don’t tell me I’m magic if that’s all you’re willing to do’. Even later vraagt de actrice ons bijna wanhopig door een megafoon om niet meer aan haar afrohaar te zitten, onze zongebruinde huid na een vakantie niet te vergelijken met de hare en al zeker niet te denken dat we haar na onze reis naar Afrika begrijpen. ‘Luister dan!’. Ze zegt het drie keer, het publiek blijft stil. En wit. Abigail slaagt er op meesterlijke wijze in om met haar mimiek en intonatie een verhaal op zich, naast de tekst te creëren. De kwaadheid is bijna tastbaar en ze laat ons voelen dat dit geen monoloog is, maar een dialoog met ons, met de samenleving. ‘Waar zijn jullie?’

Her(e) speelt op een onverwachte manier ook met het licht in de zaal. Spots waar de zwarte vrouw niet in wil staan, verlichten haar desondanks. Haar aanwezigheid is een statement. Ook na de activistische scène met de megafoon volgt verdriet, maar een spot die gericht blijft op de megafoon toont dat haar strijd niet gedaan is. Ondanks haar onmacht moet ze blijven uitleggen waarom ook zij mens is, waarom ook zij geluk verdient. Ook hier nog, ook vandaag nog.

De aanhoudende danser wint

In de geprojecteerde filmfragmenten van het weekend in de villa verklaren haast alle vrouwen dat ze zich verbonden voelen door de trauma’s die ze stuk voor stuk hebben meegemaakt. De gebeurtenissen mogen dan wel anders geweest zijn, de pijn was het niet. Het verlangen naar de verbinding en hun lange zoektocht naar herkenbare verhalen doen ons beseffen dat er ook nog vandaag een grote eenzaamheid gepaard kan gaan met een gekleurde huid. Moeten we walgen van ons eigen, witte spiegelbeeld dat daar zo prominent in het decor aanwezig is? Vast niet. Maar Her(e) maakt ons wel (nog eens) duidelijk dat we moeten luisteren, en samenleven. Echt samenleven, zonder onderscheid.

Here Beeld2 Web
©Manoe Sunkwa

Eindigen doet Her(e) opnieuw al dansend. Na wat vertwijfelend schoenwitsel op haar hand uit te proberen, laat Abigail horen dat ze weet wie ze is en er ook trots op is. De eivormige, rieten mand die de actrice al de hele voorstelling achter zich sleurt, neemt ze nu zelfzeker vast. Ze herrijst als zonnekind, als zondagskind, als dochter van haar voorouders en als voorbeeld voor de toekomstige generatie zwarte vrouwen in België. Zij is hier. Zie haar. Zij is hier.

De manier waarop Her(e) omgaat met het feit dat onze genen in zoveel opzichten onze levens determineren klinkt aangrijpend, liefdevol, kritisch, begripvol, maar vooral strijdvaardig: ‘silence is violence‘, bevestigt iemand uit het publiek achteraf. De evenwichtige afwisseling tussen filmprojecties, tekst en zang kan gezien worden als een poging om de boodschap op alle mogelijke manieren duidelijk te maken. Een zeer geslaagde poging, wat mij betreft. Een viering van de zwarte vrouw, een ode aan de kleurenblindheid.

“Hitler is dead, I repeat, Adolf Hitler is dead”

“Mensen moeten in staat zijn
Een verschil te maken
Tussen goed en kwaad
Ook
Als ze helemaal alleen zijn
Niemand nog kunnen vertrouwen
Als ze op niks anders kunnnen terugvallen
Dan hun eigen oordeel”

© Boumediene Belbachir

Stijn Devillé herneemt 12 jaar na datum zijn stuk Hitler is Dood. Met een bijna identieke cast waagt hij er zich eraan een beklijvende brok geschiedenis tot leven te brengen. In dit geval niet de oorlog zelf, maar van wat er na een oorlog moet gebeuren. Van een complete puinhoop waaruit een poing tot gerechtigheid wordt geïmproviseerd. Dat waren de Nurenbergprocessen, die plaatsvonden tussen november 1945 en oktober 1946 in de gelijknamige stad. Oktober 2021 telde de 75ste verjaardag van het einde van dit historisch proces, eveneens de reden voor de herneming van het stuk.

Als God stierf in de loopgraven deed hij dat ook in de concentratiekampen; de gruwel die Hitler en zijn trouwste gezanten achterlaten na hun vlucht in de dood is ongezien. Maar dan. Hoe berecht je een van de grootste genocides van de geschiedenis? Hoe kan je als overwinnaar objectief schuld en onschuld van elkaar scheiden? Hoe baken je het verschil af tussen individuele en collectieve verantwoordelijkheid? Een uitmuntende cast rijgt deze grote vraagstukken op sublieme manier aan elkaar. Een ijzersterke Tom Van Bauwel speelt Göring – Hitler’s tweede hand – met een overweldigende menselijkheid en flair waardoor het kwaad toch een behappelijk gezicht krijgt. Ook Pieter Gernard staat vlekkeloos als de jonge aanklager Dodd West en Warre Borgmans geeft twee heel verschillende rollen adem zoals alleen hij het kan. Het kleine vleugje romatiek in het stuk blijft (gelukkig) op de achtergrond en neemt niet te veel focus weg van de centrale vraagstukken en de beklaagdenbank waarop nazikopstukken (vertolkt door onder meer Jos Geens, Dirk Buyse en Kris Cuppens) hun vonnis afwachten.

Tom Van Bauwel als Hermann Göring © Boumediene Belbachir

De enscenering van het stuk toont bovendien hoe subtiele ingrepen op scène hun vruchten afwerpen. Het is mooi hoe de vele stapels papier in de rechtzaal allemaal blanco blijken te zijn, hoe de acteurs getypte zinnen aflezen en randnotities nemen op lege pagina’s. Om haast te zeggen: hier zijn geen woorden voor. Probeer wat hier gebeurd is, maar eens onder te brengen in welomlijnde en bevatbare zinnen, aanklachten en strafmaten. Ook de keuze om een deel van de toeschouwers met een koptelefoon op scène laten zitten, is een slimme verwijzing naar oud beeldmateriaal waarin dezelfde opstelling te zien is.

Dat het een hoog staaltje aan muziektheater is, bewijst ook de allesomvattende soundscape van het stuk, tegelijk één van de krachtige handelsmerken van Het nieuwstedelijk. Spel en klank vormen samen een overtuigende compositie waardoor de voorstelling gekenmerkt wordt door een geniale muzikaliteit. Het publiek is getuige van een naadloze en haast onzichtbare, maar toch zeer bewuste samenwerking tussen muzikant en acteur. Het muzikantentrio op scène vormt de subtiele ruggesteun van het stuk die net dat laagje extra volume geeft aan zowel de personages als hun stiltes en die drie uur doet aanvoelen als te weinig.

Het is geen wonder dat Stijn Devillé met dit stuk de Toneelschrijfprijs in 2009 won. Hij slaagde erin een voldragen theaterstuk te maken dat een indringende evenwel genuanceerde blik werpt op oorlog, moraliteit en verantwoordelijkheid. Een stuk dat zowel de taal van de overwinnaar als de verliezer spreekt met haast dichterlijke kunde. Hitler is dead, I repeat, Adolf Hitler is dead is monumentaal muziektheater voor de ziel, het oog én het oor.

Zaterdag 4 december 2021 staat deze voorstelling voor de laatste keer op de planken in de Stadsschouwburg in Leuven. Ga lastminute en neem je studentenkaart mee; zo weet je misschien nog lastminute tickets te bemachtigen met 50% korting!

Een absurde antropologie van ‘adulting’: Spare Time Work

Wat als je op de dag dat je volwassen wordt niet wordt gewekt door je alarm, maar door een vrouw met kortpittig kapsel en gestreept mantelpakje die zichzelf Adulthood noemt? En je meesleept naar een crash course volwassenheid met als voornaamste ingrediënten golftermen, grotesk handgeschud en aperol spritz? Dat scenario wekt performancecollectief buren tot leven in hun nieuwste voorstelling Spare Time Work, een explosieve musical-die-zichzelf-geen-musical-wil-noemen over onze ingewikkelde relatie met arbeid. Waarbij je komt voor de catchy songs en de gevatte humor, maar naar huis gaat met heel wat vragen over gender, prestatiedruk en onze vooroordelen over creatieve beroepen.

Wanneer ik de zaal binnenkom, openbaart zich op de scène een mozaïek van geometrische vormen. Het lijkt wel een woning uit The Sims, maar dan zonder zwembad waaruit iemand het trapje heeft weggehaald. En met objecten die tegelijk herkenbaar en onherkenbaar zijn, in kleurenschema’s op een oncomfortabele middenweg tussen pastelkleurig mierzoet en identiteitsloos grijs. Die minimalistische non-space draagt de uitgesproken signatuur van buren-bezielsters Melissa Mabesoone en Oshin Albrecht, die beiden zijn opgeleid als beeldend kunstenaar. In hun eerdere werk mixten ze die beelden steeds vaker met tekst, muziek en referenties naar popcultuur, tot ze ook echt het podium gingen opzoeken.

Voor hun nieuwe creatie Spare Time Work, die in première ging op het PLAYGROUND-festival in STUK, dompelen ze zichzelf onder in het thema vrije tijd vs. arbeid. Met slechts twee performers geven ze in een energieke pingpong van muziek, dialoog en dans constant vorm aan nieuwe personages. Er is de tegenstelling tussen jong en oud, maar ook die tussen poetsvrouw, kantoorbaan en creatieve freelancer. Soms worden die spanningen opgedreven in megalomane musicalacts, zoals een cynische lovesong voor een computer – millennialhumor à la Bo Burnham die soms helaas een beetje op de oppervlakte blijft. Soms ligt de kracht dan weer net in de ingetogenheid, in de krachtige tableaux vivants op de scène. Ik kreeg een krop in de keel van een scène waarin twee personages naast elkaar in bed dezelfde slaperige stuiptrekkingen maken, de ene al poetsend, de andere op een computer tokkelend.

Lees verder

UUR KULTUUR: er zit meer in een Geel Hesje dan je denkt

Of liever: er zit meer achter zo’n geel hesje dan je denkt. Het nieuwstedelijk neemt ons in de voorstelling Geel Hesje mee naar de burgerprotesten van de Gilets Jaunes in Luik van zo’n twee jaar terug. We leren het verhaal kennen van voor- én tegenstanders en zo levert Het nieuwstedelijk een interessante kijk op de mens in opstand. Een ode aan de anarchie, een waarschuwing ertegen of iets ertussenin? We ontdekten het virtueel samen tijdens het UUR KULTUUR op woensdag 9 december.

Samen naar het theater gaan is helaas nog niet mogelijk. En live theater aan zich is zo 2019. De theaterfanaten onder ons hebben het dan ook lang met online opnames van oudere voorstellingen moeten stellen. Maar toen kwam Het nieuwstedelijk met hun livestream van Geel Hesje. Een livestream als the best of both worlds; helemaal corona-proof (want je moet zelfs uw zetel niet uit), terwijl er toch live wordt gespeeld. In een lege zaal welteverstaan, waar je doorheen één van de vijf camera’s soms een blik van opvangt. Het blijft een apart zicht in deze aparte tijden, in de eerste plaats voor de acteurs zelf. Technisch verliep het niet altijd even vlot, toch brachten ze met overtuiging de Gilets Jaunes tot in onze huiskamers.

In Geel Hesje maken we kennis met vier personages die in een soort netwerk narratief ongewild met elkaar verbonden raken. Ze leiden allen verschillende levens en hebben verschillende overtuigingen, toch raken ze door een samenloop van omstandigheden met elkaar verzeild en moeten ze leren naar elkaar te luisteren en elkaar te vertrouwen. Al is dat gezien die omstandigheden niet zo simpel. We bevinden ons op de Gilets Jaunes protesten in Luik, waar de sfeer extra grillig wordt wanneer een vrachtwagenchauffeur met haar veertigtonner per ongeluk één van de demonstranten overrijdt en vluchtmisdrijf pleegt, nadat de demonstrant in kwestie op haar motorkap was geklommen en met een moersleutel de voorruit insloeg. Meteen wordt duidelijk dat in dit verhaal (wat overigens echt gebeurd is) vriend en vijand maar moeilijk uit elkaar te halen zijn. De achtervolging wordt ingezet door twee andere demonstranten en de drie stranden uiteindelijk samen op een parking ergens in een buitenwijk. De situatie krijgt de vorm van een ware mexican standoff, want de Politie contacteren betekent ook jezelf opgeven. In zo’n situatie is er niet langer sprake van winnaars of verliezers.

Uit angst een keuze te maken, raken de drie aan de praat. Al loopt dat aanvankelijk niet erg vlot -wat geen wonder is- aangezien twee van de drie elkaar met pepperspray te lijf gaan en gretig elkaars gsm’s kapot trappen. Maar gaandeweg krijgen ze begrip voor elkaar en elkaars situatie. Misschien blijken ze toch niet zo verschillend als eerst gedacht. Ze zien zichzelf weerspiegeld in elkaars geldproblemen en de tevergeefse pogingen om voor hun dierbaren te kunnen zorgen. Dat de éne kiest voor protest terwijl de andere kiest om te blijven werken, is niets meer en niets minder dan een keuze. Maar hoeveel keuzevrijheid hebben we werkelijk, wanneer zowel de werkenden als de demonstranten uiteindelijk hetzelfde noodlot ervaren?

De situatie raakt nog gecompliceerder wanneer een agent –niet ontoevallig de zoon van één van de demonstranten- op het toneel verschijnt. Ook hij geeft zijn kijk op de situatie. Ook hij wint het begrip van de anderen én van de kijker. Hun verhaal eindigt met de komst van een heel politiecorps. Uiteindelijk heeft iedereen verloren.

In Geel Hesje geeft Het nieuwstedelijk de gele hesjes een gezicht, een verhaal en verheft hen zo tot meer dan anarchistische helden of brokkenmakers. Maar ook de tegenpartij en hun verhaal wordt niet vergeten, want het leven is niet onder te verdelen in zwart of wit. Ergens zijn we allemaal een geel hesje en ergens ook niet.

UUR KULTUUR: Geel Hesje (livestream) van Het nieuwstedelijk. Gespeeld en live uitgezonden op woensdag 9 december 2020 om 20u15. Gratis voor cultuurkaarthouders.

Theater en dans vanuit je kot: onze (gratis) aanraders voor deze week

Oké, we geven het toe: theater en dans zijn maar een fractie van zichzelf zonder de pluizige stoelen van de schouwburg, de zweem van zorgeloosheid waarin je even mag vertoeven en de verbondenheid die je ervaart bij elk lachje en applaus van de toeschouwers om je heen. Maar ook tijdens lockdown 2 zitten de cultuurhuizen niet stil en blijven ze ons online entertainen, met livestreams van nieuwe creaties én opnames van oude producties. Hier alvast enkele tips voor de komende week, de meeste helemaal gratis.

Magisch minimalisme

Het aantal vijfsterrenrecensies voor het oeuvre van Anne Teresa De Keesmaeker en Rosas is na al die jaren te klein voor één pagina, maar het meeste furore maakten ze op internationaal niveau misschien wel in 1998 met Drumming. Een herneming van de voorstelling stond net op het programma in de Muntschouwburg, maar gaat nu noodgedwongen online. Als ode aan minimalistisch componist Steve Reich fragmenteren de dansers een motief in meerdere bewegingen, met subtiele afwijkingen van het ritme. Ze laten zich leiden door de houten en metalen percussie-instrumenten van het ensemble Ictus, in kostuums van Dries Van Noten. Een “draaikolk van levensenergie” om je even in te verliezen én een unieke kans om deze topvoorstelling mee te maken alsof je op de eerste rij zat.

Drumming (Anne Teresa De Keersmaeker / Rosas & Ictus)
Gratis livestream, vrijdag 30 oktober en zaterdag 31 oktober om 20:00

Voyeurisme voor gevorderden

De prijs voor het origineelste online theaterconcept gaat ongetwijfeld naar SKaGeN. Tijdens de eerste lockdown pakten ze uit met WatchApp #1, een virtuele dialoog tussen onbekenden die je kon volgen via een WhatsAppgroep, om drie weken lang vol spanning te wachten op elke nieuwe wending in hun prille band. Deze maand volgt de sequel WatchApp #2, waarin ze de ontmoetingen tussen personages Emmi en Leo naar een hoger niveau tillen met Instagram Live-sessies. Of het de hype waard is? Geen idee, maar spannendere notifications dan de mails met videoboodschappen van Luc Sels zijn het sowieso.

WatchApp #1 en #2: Emmi en Leo (SKaGeN)
Tickets voor de herneming van deel 1 van de voorstelling zijn via SKaGeN te verkrijgen tot 1 november. Deel 2 gaat van start op 18 november, met kortingen voor alle cultuurkaarthouders die een ticket kopen via 30CC.

Klimaatzaak met ambitie

Tussen het eindeloze doomscrollen door de coronacijfers zou je haast gaan vergeten dat er nog andere grafieken dramatisch de hoogte in schieten: die van de klimaatverandering bijvoorbeeld. Theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit – de laatste ken je misschien als columnist in De Standaard Weekblad – lieten zich voor hun nieuwste voorstelling inspireren door de Nederlandse ngo Milieudefensie, die via een rechtszaak oliegigant Shell wil dwingen om eindelijk hun verantwoordelijkheid te nemen. Maar hoe begin je daaraan als niemand zich eerder op dat gladde juridische ijs heeft gewaagd? Heeft het zin om als individu mee te doen aan vegan November en goedkope Ryanairtickets uit je leven te bannen wanneer bedrijven op wereldschaal hun voeten vegen aan het klimaat? Een voorstelling die geen activistisch pamflet belooft, maar wel een reflectie over de macht van woorden als je een doel wil bereiken.

Normaal gezien zou de voorstelling op 10 november te gast zijn geweest in 30CC. Maar omdat de coronamaatregelen ook in Nederland de cultuursector treffen, bieden de makers de voorstelling gratis online aan. Leuk extraatje: elke voorstelling wordt ingeleid met live debatten over milieuactivisme, maatschappelijk engagement in het theater en de relatie tussen kunst en de klimaatcrisis.

De zaak Shell (Anoek Nuyens & Rebekka de Wit / Frascati)
Gratis livestream om 19:30 uur, van 3 t.e.m. 6 november

Netflix voor theaterfans

Nog steeds honger naar meer? In maart gooiden verschillende theaterhuizen en -gezelschappen hun eigen archieven al open voor het grote publiek. Het Antwerpse Toneelhuis doopte zichzelf om tot Huistoneel en pakte naast captaties van voorstellingen ook uit met tekstperformances en korte documentaires over de making of van eerder werk. Ook NTGent bundelde heel wat indrukwekkend beeldmateriaal op NTGent On Tape. Literatuurfans kunnen dan weer genieten van legendarische performances van Hugo Claus en Herman De Coninck – of als het iets recenter mag: Saint Amour van februari dit jaar – op de website van Behoud De Begeerte. Allemaal gratis? Absoluut.

Daughters of the witches you couldn’t burn

Een kleurrijke canon van activistische teksten die tot leven komt in de monden van een even kleurrijke groep jongeren. Passing the Bechdel Test van fABULEUS en Jan Martens balanceert tussen de puurheid van een toneelrepetitie in mijn middelbare school en de vurigheid van een open mic night in een queer café. Het resultaat is meer dan overtuigend. Als hommage aan revolutionaire stemmen, maar vooral als seismograaf van de grilligheid waarmee je ontdekt wie je bent.

De titel Passing the Bechdel Test leest als een manifest. De test in kwestie ontstond als uit de hand gelopen grap van cartooniste Alison Bechdel, om de teleurstellende representatie van vrouwen in fictie aan te kaarten. In een van haar graphic novels verzucht een meisje dat ze enkel nog tijd wil investeren in films waarin twee vrouwelijke personages bij hun naam genoemd worden én met elkaar spreken over iets anders dan een man. Een extreem lage standaard, waaraan alsnog maar liefst 43 procent van de films niet voldoet. Waar ga je dan als tiener op zoek naar rolmodellen, als elk geloofwaardig script ontbreekt?

Nog moeilijker wordt het als je geaardheid en/of genderidentiteit afwijkt van de norm, en in de bestaande scripts niet eens aan bod komt. De culturele iconen waarin je jezelf kan herkennen zijn dan zo goed als onvindbaar. De ideale aanleiding voor fABULEUS en choreograaf Jan Martens om queer jongeren van vandaag rechtstreeks te laten kennismaken met hun pioniers. Ze zochten en vonden 13 tieners die zichzelf herkenden in de thematiek en lieten hen aan de slag gaan met een canon van feministische, LGBTQ-activistische en antiracistische essays, speeches en TED-talks. Van pioniers zoals Virginia Woolf en Audre Lorde tot hedendaagse iconen zoals Rebecca Solnit en Maggie Nelson. Een mooie selectie, zij het dat ze pas écht eclectisch was geweest met wat meer aandacht voor online activisme zoals generatie Z het kent.

Als op een klasfoto – compleet met wankele klapstoeltjes – zitten ze op een rij en citeren ze non-stop uit dat tekstmateriaal. Soms puberaal onvolmaakt, soms ontroerend matuur, maar altijd met voelbaar respect voor hun eigenheid. Ze dragen hun vertrouwde kleren, zetten hun dictielessen even aan de kant en er is geen theatertechnicus in zicht om de muziek en video’s op te starten. Je wil bijna schreeuwen dat ze het Word-document waarin ze zinnetje per zinnetje al typend zichzelf introduceren godverdomme eens opslaan. Theater gereduceerd tot zijn absolute nulpunt, zo lijkt het. 

Of toch niet? Op elke oprechte getuigenis volgt wel een ironische kwinkslag (“ik ben 8 maanden zwanger!”) die meteen doorprikt hoe je in je hoofd een bepaald beeld creëerde van elke performer op basis van hun uitspraken. Je voelt jezelf bijna een voyeur door die autobiografische blik, want eerder dan individuen zijn ze vooral schakels in één gemeenschappelijk verhaal van vechten en jezelf blootgeven. Dat constante spel met zijn en niet zijn bereikt een hoogtepunt in een knap re-enactment van een lezing van fotografe Catherine Opie. Elk om de beurt vertellen ze over haar portretten van de queer community van Los Angeles alsof ze zelf achter de camera stonden. 

Dat we de voorstelling twee jaar na première zien, geeft het geheel een interessante extra dimensie. De speech van Kamala Harris in de zaak-Kavanaugh die zo’n prominente plek inneemt in de voorstelling? Aged very well. En zijn ze nog wel dezelfde onzekere jongeren? Ongetwijfeld hebben ze een enorm groeiproces doorlopen in vergelijking met hoe ze twee jaar geleden op het podium stonden, en dat idee is even hartverwarmend als de voorstelling zelf.

Is de overdaad van redelijk abstracte citaten na een tijdje niet too much om te blijven volgen, in een performance die een dikke twee uur duurt? Misschien. Maar het weerspiegelt de gulzigheid waarmee jongeren hun identiteit ontdekken, alsof je per ongeluk de autoplay hebt laten aanstaan bij een eindeloze stroom coming-outvideo’s. En hun activisme zou niet meer hetzelfde zijn in een voorgesneden kant-en-klaarversie. Het mag je bewust maken van je onvermogen om alles te bevatten, tegen het ongemakkelijke aanschurken, huiswerk meegeven. Wat ook letterlijk gebeurt: wanneer je de zaal verlaat, krijg je een folder met alle teksten en performances waaruit de gebruikte citaten ontsproten zijn.

Passing the Bechdel test is een goudeerlijke, begeesterde en hoopgevende bloemlezing met het hart op de tong én op de juiste plaats. Je wordt ondergedompeld in een utopie die in al haar directheid initieel misschien wat koudwatervrees inboezemt. Maar eens je er even in hebt mogen rondzwemmen, wil je er nooit meer uit.

Voorlaatste reprise van Passing the Bechdel Test (fABULEUS & Jan Martens). Gezien op vrijdag 23 oktober in OPEK.

UUR KULTUUR met Stijn Devillé: Als twee verloren regendruppels

Een man en een vrouw verliezen hun dochter. Een stom ongeval. Het overkwam theatermaker Stijn Devillé en zijn vrouw Els Theunis net niet. In Gesprek met de regen zet Devillé die bijna-doodervaring van zijn dochter om in een zielenroerselende voorstelling. Met je cultuurkaart kon je Gesprek met de regen vorige week tijdens UUR KULTUUR gratis gaan bewonderen.

Tom Van Bauwel en Sara Vertongen © Katrijn Van Giel

Stijn Devillé van Het nieuwstedelijk is gekend voor politieke thrillers als Hitler is dood en de trilogie Hebzucht, Angst, Hoop. Met Gesprek met de regen brengt hij voor het eerst een persoonlijk verhaal. Devillé vond zijn dochter zo’n tien jaar geleden bewusteloos onderaan de trap. Even leek het einde nabij, maar de toen zesjarige Lena kwam de val te boven.

Acteurs Tom Van Bauwel en Sara Vertongen vertalen op ontroerende wijze het verlies waar Devillé voor vreesde. Het rouwend paar Adam en Nikki vlucht enkele maanden na de dood van hun dochter Hanna naar Singapore. Terwijl Nikki zich stort op haar nieuwe job als CEO, dwaalt haar man doelloos door de metropool. In de warme moessonregens vindt hij troost.

Adams monoloog meandert in een dialoog met de regen, zijn dochter. Hanna’s stem weerklinkt uit het niets en haar antwoorden regenen letterlijk neer op het podium. PAPA. WIJ. SAMEN. De woorden worden geprint door de regenprinter die de KU Leuven voor Het nieuwstedelijk ontwierp. De woorden verdwijnen even snel als ze verschijnen. Een gladde houvast die je moet leren loslaten. Verbazend mooi is het hoe een machine je een krop in de keel kan geven.

Als twee verloren regendruppels op een raam proberen Adam en zijn vrouw elkaar terug te vinden. Ze lijken echter steeds verder van elkaar te vloeien. Van Bauwel en Vertongen zijn één met hun personages. Het intense verdriet door een verloren kind bekruipt je tot op je theaterstoel.

Gesprek met de regen ⃒ Het nieuwstedelijk ⃒ OPEK ⃒ UUR KULTUUR | Gratis met cultuurkaart ⃒ Woensdag 19 februari 2020 ⃒ https://www.kuleuven.be/cultuur/uurkultuur/20200219_gesprekmetderegen

Door een roze bril

Zwarte humor door een roze bril, CampusToneel bewijst dat het kan. Rechercheurs Frank en Eddie werken samen met hun stagiair Freddie aan de zaak Blank. Ze hebben alledrie het charisma van een schotelvod, maar moeten wel een moordmysterie oplossen. Dat moorverhaal is quasi bijzaak in het theaterstuk dat CampusToneel brengt. Het echte drama huist in de vrouw des huizes: Adel Blank.

54798781_2184750598237720_7512982464629833728_o

© Jules Peremans

Abel Blank is een kakmadam die het een beetje hoog in haar bol heeft. Ze behandelt de mensen van wie ze houdt als huisslaafjes omdat ze zelf een assepoesterverleden heeft. Haar huisgenoten hebben één gemeenschappelijk doel: geduldig wachten tot mevrouw sterft en ervandoor gaan met de erfenis. Dat blijkt moeilijker dan gedacht voor een gebroken familie, waarvan iedereen aan het stockholmsyndroom[1] lijdt.

Hoofdzaken tot details reduceren en de achtergrond tot hoofdpersonage maken: het is weinigen gegeven. Regisseurs Lindsy Desmet en Flavie Lindemans zijn er wonderwel in geslaagd. Het roze barbiehuis van de familie Blank en de blauw-oranje arm der wet stralen meer leven uit dan de personages zelf. Het spannendste waar de Adel en haar gevolg zich mee bezig houden zijn: snorren passen en oefenen op het gebruik van de bel. Elke acteur slaagt erin om de dagdagelijkse sleur om te toveren tot een groot drama. Adel Blank  is een ode aan de theatraliteit. Los erover en daarom geniaal grappig.

654fe115320d78e8f83beeb88f7560be-54518179_1110714549101527_7546536853680160768_n

© Jules Peremans

Campustoneel speelt Adel Blank| 20-24 maart 2019 | STUK Verbeeckzaal | 5 euro voor cultuurkaarthouders|  Meer info of interesse in andere voorstellingen?  Klik hier voor de website

 

[1] Meer weten? Het stockholmsyndroom is het psychologisch verschijnsel dat soms optreedt tijdens een gijzeling. Het verschijnsel houdt in dat de gegijzelde sympathie voor de gijzelnemer krijgt.