Pop star performance, poezië voordracht en een biertje atten. Mario Barrantes Espinoza haalt werkelijk alles uit de kast om je mee te nemen op een trip down memory lane, bestemming: het Costa Ricaanse, queer uitgangsleven anno 2010.

© Michiel Devijver
De Costa Ricaans-Nicaraguaanse kunstenaar en choreograaf doet met zijn performance een stukje persoonlijke geschiedenis uit de doeken. Zijn verhaal vertelt hij ons niet rechttoe rechtaan. Mario neemt liever een omweg en communiceert verbaal uitsluitend aan de hand van de taal van plancha, de muziek van Costa Ricaanse muzikanten uit de jaren zestig. Het publiek indertijd bestond voornamelijk uit huisvrouwen die er hun dagelijkse beslommeringen mee bevochten. Vandaar de naam plancha, ‘musica para planchar’ ofwel ‘muziek voor tijdens het strijken’. In 2010, een vijftigtal jaar later, wisselt plancha zijn oorspronkelijk publiek in voor de Costa Ricaanse queer gemeenschap en ontpopt deze muziek zich tot de campy soundtrack van hun uitgangsleven. Plancha, gekenmerkt door tragiek, theatraliteit en emotionele expressiviteit, is verder ook sterk ingebed in de cultuur van telenovelas (een typisch tv format, denk liefde – veel plotwendingen – happy end) en in die van de transformistas (‘drag queens’).
Aldus staat Mario niet moederziel alleen op een podium in de Manhatten. Hij brengt de zielen van oude geliefden, one-night stands, plancha-muzikanten uit de vorige eeuw, latina huismoeders en dramatische telenovela-figuren tot leven en laat ze mee zweten, zingen en brullen op het tempo van zijn liefdesleven. Niet alleen de rijke geschiedenis van de muziek die hij handig inzet om zijn verhaal te doen, maar ook zijn eenvoudige, doch sterk conceptuele choreografie brengt de figuren die zijn verhaal begeleiden tot leven.
Mario’s performance neemt ons mee op een uiterst intieme en persoonlijke inkijk in zijn prille jaren als ‘playo’ (Costa Ricaanse en denigrerende benaming voor homoseksuele mannen) . Aan de hand van de retoriek van plancha muziek, lijkt het zijn bedoeling om de zoektocht naar zijn identiteit en de verkenning van zijn seksualiteit te plaatsen binnen een cultureel kader waar zoveel andere Zuid-Amerikaanse gemeenschappen zich mee vereenzelvigen. Op ingenieuze wijze deconstrueert hij de muziek in poezië, popmuziek performances, dans, een drag persona en kwetsbare stilte. Hij geeft zich (letterlijk) volledig naakt aan zijn publiek. Met dit optreden zingt en danst hij niet alleen het lied van een jonge Costa Ricaanse homoseksuele man, maar ook dat van zijn peers en van alle andere gemeenschappen die zich de taal van plancha eigen hebben gemaakt.
‘El cantor del playo or… a song is a rose is a thorn’ was te zien in Studio STUK in de Manhatten op 4 oktober.