All the Women Are White, All the Blacks Are Men, But Some of Us Are Brave

In een panelgesprek over vrouwenrechten toen en nu, praten Nozizwe Dube, Naima Charkaoui, Fleur Pierets, Kristien Hemmerechts, Ida Dequeecker, Samira Azabar, Madonna Lenaert en Yousra Benfquih op 7 maart naar aanleiding van internationale vrouwendag over intersectioneel feminisme. Moderator Eva Brems reigde enthousiast de avond aan elkaar in de tweebronnen bibliotheek. Als je nog niet van deze stemmen hebt gehoord: lees ze, bewonder ze, zeg het voort.

‘What does home mean to you’. De avond begint pas echt als de spot zich richt op Yousra Benfquih. Zij is hier niet zomaar om banaal over thema’s te spreken die misschien wel al te vaak herhaal werden, want – zoals Kristien Hemmerechts het later in de avond stelt – deze avond is volstrekt zinloos. Gelijkgestemden weten immers al waar het over gaat: feminisme mag geen minderheid van witte, hetero cisvrouwen dienen, het is allomvattend of het is niet. Benfquih diept het idee verder uit. Haar spoken word performance grijpt bij de keel en zet iedereen tot nadenken. Hoe universeel is ons feminisme? Hoe is er meer solidariteit mogelijk?

Die solidareit is er gelukkig wel op het podium. Vrouwen van zeer verschillende achtergronden tonen hoe het ook anders kan: elkaar samen versterken om iedereen een betere leefwereld te garanderen. Zo hebben Ida Dequeecker en Samira Azabar, vanuit de organisatie BOEH! (Baas over eigen hoofd), het ook over die solidariteit en hoe vrouw zijn iets anders betekent dan moslimvrouw zijn in onze zogenaamde seculiere samenleving. De boodschap is duidelijk verbindend, hier een daar een steek naar het vaak polariserende politieke discours blijft dan ook niet uit.

Zussen worden op andere manieren moe, gaan op andere manieren stuk. (Yousra Benfquih)

De keuze van de organisatie om zowel Kristien Hemmerechts en Ida Dequeecker uit te nodigen die het femnisme uit de jaren 70′ meemaakten, als een nieuwe generatie feministen zoals Nozizwe Dube en Madonna Lenaerts is veruit het interessantste aspect van de avond. Hoe meisjes zich vroeger absoluut niet wilden identificeren met het woord ‘feministe’ vanuit een angst om de slachtofferrol in te nemen kunnen we ons vandaag amper nog voorstellen. Feminisme is terug hip en waar er vroeger niet werd gepraat over lichamelijke ongemakken omdat het vrouwen als zwak zou voorstellen, benadrukt het feministische discours vandaag juist net de problematiek rond menstruatieklachten en -armoede.

De verschillende verhalen tonen opnieuw aan hoe belangrijk internationale vrouwendag ook vandaag nog blijft. Er is nog veel werk aan beeldvorming, en stereotypen over oude vrouwen, vrouwen van kleur en vrouwen met een beperking. Dat een panelgesprek als dit de problemen niet zal oplossen is duidelijk, hoe verandering en dialoog dan wel mogelijk zijn is dat niet. Moeten we met iedereen in dialoog blijven gaan? Zijn er geen grenzen tot waar een onderdrukte groep moet blijven begrip tonen, blijven uitleggen, blijven compromissen maken? Deze vrouwen hebben er alleszins belangrijke dingen over te zeggen. Nu nog voldoende luisteraars.

Hoeveel niet-Westerse schrijvers heb jij in je boekenkast staan?

Annelies Verbeke steekt taalgrenzen over en nodigt in het kader van ‘Druk in Leuven’ en UUR KULTUUR vier internationale schrijvers uit. Fatena Al-Ghorra leest één van haar gedichten voor, Ali Bader en Sulaiman Addonia presenteren een deeltje uit hun veelgeprezen romans en Aleksandr Skorobagatov leest een hartverscheurende brief aan zijn overleden zoon voor. Daarna gaan ze in gesprek: over moedertaal, literatuur en over migratie. Al is gesprek misschien een te groot woord.

De mistroostige sanseveria’s en pastelroze zetels staan klaar. Echt internationaal voelt het décor niet aan, maar schijn bedriegt, want vreemde talen zullen ons over enkele ogenblikken de wereld doen ontdekken. “Hoeveel niet-Westerse schrijvers heb jij in je boekenkast staan?” Het lijkt alsof ik de enige in de zaal ben die dat aantal op één hand kan tellen. Tijdens een filmpje van internationale studenten die boekentips uitwisselen op het einde van de voorstelling, passeren namen de revue van wie ik me niet kan inbeelden uit welk werelddeel ze komen. Ik ben nieuwsgierig. Niet naar “The Great Gatsby”. Niet naar “Oriëntalism”. Wel naar de onbekende parels die er ongetwijfeld tussen zitten.

Na een prachtige muzikale inleiding van een Syrische violist, luisteren we naar Annelies Verbeke. Met een Engels waaruit blijkt dat zij hier niet de internationale gast is, leidt ze haar vier genodigden in. Fatena Al-Ghorra, een palestijnse dichteres, die naast haar voordracht ook een Palestijnse groet zal zingen voor ons; Ali Bader, een Irakeese romanschrijver; Sulaiman Addonia, Brits-Eritrees-Ethiopische auteur en Aleksandr Skorobogatov, een Russische schrijver.

Vier fragmenten worden voorgelezen: stuk voor stuk in hun moedertaal, de Engelse vertaling wordt tegelijkertijd geprojecteerd op een zwart scherm. Het ontroert. Het is soms moeilijk te volgen, maar vaak net aangenaam verrassend wanneer je merkt dat talen toch ook weer niet zoveel van elkaar verschillen. Wanneer je woordjes leert herkennen na een tijd, wanneer je merkt dat de kloof tussen ons toch ook maar over enkele letters gaat. Een gevoel van verbondenheid maakt zich van ons meester.

© Jimmy Kets

De teksten gaan over meisjes die Marx lezen in het Duits, of was het nu Arabisch? Over dat de taal waarin het geschreven of gezegd is er eigenlijk niet zo toe doet. Het gaat over prostituees, over lichaamstaal, over een moedertaal en hoe die mee reist met haar moeder. Hoe die mee verdwijnt met haar moeder. Over hoe je je moedertaal kan kwijtraken en daar niet eens zo verdrietig om bent. Het gaat ook over een zoon.

Het meest aangrijpende moment is ongetwijfeld wanneer Skorobogatov zijn brief voorleest aan zijn zoon. “Voor de eerste keer in het Russisch”, bekent hij. Aleksandr’s zoon werd zo’n twintig jaar geleden vermoord in Rusland, tien jaar nadat hij voor het laatst zijn vader had gezien. “Straks kom ik terug en gaan we naar de dierentuin”, had Skorobogatov hem nog gezegd. Tien jaar later zou hij pas terug naar Rusland keren, dit keer om hem te begraven. Hij leest het zacht voor, je voelt dat hij zijn best doet niet te huilen.

De discussie na de voorgelezen teksten is slechts van korte duur. “Hoe is het om als auteur in een ander land te wonen? Wat betekent meertaligheid voor hen en voor hun werk?”, veel antwoorden krijgen we niet, een gesprek is het ook niet echt. Na wat promotie voor hun eigen projecten en boeken krijgen we er gelukkig wel een uitgebreid nieuw verlanglijstje aan boeken bij. Elke auteur spreekt over een niet-Nederlandstalig boek dat hun leven veranderd heeft en zo eindigt ‘Annelies Verbeke invites’ toch nog in veel schoonheid, passie voor literatuur en aangrijpende verhalen.

Annelies Verbeke invites was het UUR KULTUUR van mei, gratis met cultuurkaart.

Sommige meisjes willen naar Europa

Sommige meisjes willen wenen in witte tranen. Sommige meisjes weten niet beter. Slam Poet Lisette Ma Neza vertelde erover in de intieme sfeer die het Wagehuys oproept. ‘L’Europe Noire’: over haar reis door zwart Europa, over haar beleving als zwarte vrouw in Europa, over haar identiteit als Afro-Europeaan. Een meeslepende vertelling, met ‘Afropean‘ van Johny Pitts als reisgids, gebracht door gedichten, muziek en dans.

Ma Neza begint bij haar kindertijd. Begeleid door zachte, smooth jazz pianoklanken wordt ze aangemoedigd om verder te gaan met haar verhaal. Als klein meisje aan de hand van een mama die heimwee heeft. Als klein meisje dat geboren is in een land waar ze niet altijd thuis is. Haar Rwandese familie wist het, zij niet. Zij wou haar mama troosten, maar wist toen nog niet dat Rwandese moeders ontroostbaar zijn. Vandaag wordt ze omringd door een decor van goudkleurige kooien – of zijn het huizen – en beeldende kunst die whitewashing moet representeren. Het is een wat ongelukkig verhaal om spontaan bij te glimlachen, maar je kan niet anders door de zorgvuldig uitgekozen tweeklanken en ingenieuze woordencombinaties die de dichteres moeiteloos aan elkaar breit.

Ook het thema van oorlog komt aan bod. Deze keer ook in Europa. ‘Gio, dans een gebed’, vraagt ze de onbewogen beweger. Het ziet eruit als een omhelzing en ondertussen vult de warme stem van Ma Neza in de vorm van een blues het lege gevoel van onzekerheid in je buik. Een goedgekozen moment van bezinning, een geslaagde oproep tot samenhorigheid.

© Melanie Musisi

De steeds stralende dichteres vertelt verder over hoe haar reis van een zoektocht overging naar een vindtocht. Het gaat over vluchten en niet weten waarvoor, over zichzelf proberen verbleken en hoe ze dan verbleekte. Lisette Ma Neza staat daarbij steeds tussen haar muzikanten en danser. Hun verhalen worden verteld, hun stem wordt geïntegreerd in de vertelling.

Op een aandoenlijke manier vraagt Ma Neza ook voortdurend om te dansen wat niet dansbaar lijkt en te spelen wat niet speelbaar lijkt. ‘Gio, dans dat iemand zo mooi is als een koe’ is de inleiding voor haar gedicht ‘Koetjes en kalfjes, een ode aan de Nederlandse taal’. Een prachtig gevonden zinspeling op vrouwen die koeien krijgen als bruidsschat in Afrika en de daartegenover wansmakelijke connotatie waar een vrouw een koe noemen hier in België toe leidt.

De voorstelling eindigt in majeur. Ma Neza wisselt de dans en poëzie opnieuw af met zang en hoewel ze niet altijd op toon zingt, kan je het haar onmogelijk kwalijk nemen door het plezier dat ze uitstraalt en het gevoel van geborgenheid die haar glimlach je geeft. De eindboodschap van connectie en samenkomen straalt immers boven alles uit. Als je nog niet verliefd bent geworden door haar woordentovenarij, dan zal je het wel worden door haar uitnodiging om aan tafel te komen zitten. De tafel in haar hart waar stoelen staan voor zij die er zijn en zij die niet meer zijn. Kom, kom dan.

L’Europe Noire: twee maart 2022 in 30CC Wagehuys met Lisette Ma Neza (woord en zang), Vernon Chatlein (percussie), Neil Akenzua (piano), Giovanni Pisas (dans), Absa Sissoko (kunstenaar). Korting met cultuurkaart.





 

Georgië, waar Vrouwen al Millennialang de Hoofdrol spelen

Recensie: Jason en het Gulden Vlies van Apollonius van Rhodos en De Ridder in het Pantervel van Shota Rustaveli

Een beetje historische context, omdat dingen weten fijn is

Een klein landje genesteld tussen de Noordelijk en Zuidelijke Kaukasus, op een kruispunt van niet alleen grote culturele machten, die van Rusland, Turkije en Iran, maar ook de overgang tussen Europa en Azië. In deze turbulente buurt is ondanks alles het gastvrije Georgië al duizenden jaren een verborgen parel. 

Drievuldigheidskerk van Gergeti

Ten tijde van het Griekse Rijk verkenden dappere zeevaarders de Mediterrane wateren. Toen stond Georgië bekend als Colchis, en huisde het de koningin-tovenares Medea.

Medea

Het is de derde eeuw voor Christus, Alexander de Grote is net dood, zijn rijk verbrokkeld, en in Alexandrië besluit de lokale bibliothecaris van dienst, Apollonius van Rhodos, één van de belangrijkste epische werken van de klassieke periode te schrijven; Jason en het Gulden Vlies, ook wel gekend als de Argonautica.

Na een lange en gevaarlijke tocht meren de vijftig Griekse helden aan in Colchis, daarheen gestuurd door een wrede koning, die hen de opdracht geeft het Gulden Vlies te bemachtigen, maar eigenlijk hoopt dat hun leider Jason daar de dood vindt. Aangekomen blijkt de plaatselijke koning niet erg gastvrij, en hij weigert het Gulden Vlies zomaar af te staan. Hij bedenkt een onmogelijk taak, waarna als volbracht zij huiswaarts mogen wederkeren met de prijs. 

Met moed in de schoenen betreuren de helden hun bitter lot, wanneer de machtige Medea, koningin en tovenares, hen tot hulp schiet. Met haar kruiden en magische dranken tovert zij Jason om tot een bronzen man, onschendbaar en ontrefbaar. Zo verslaat hij de vuur blazende stieren en bevecht hij de uit de grond ontsproten legers van de koning. Later beklimt Medea met hem de hoge noordelijke bergen, waar een eeuwenoude draak waakt over het Gulden Vlies. Met haar blik dwingt zij het woeste beest tot slapen, zodat Jason in haar schaduw kan vluchten met het Vlies.

Medea, van Frederick Sandys

Het 2300 jaar oude werk leest niet erg vlot, maar het is een schat aan culturele en geschiedkundige informatie, vergelijkbaar met de Homerische werken. Het leert ons over één van de meest interessante vrouwelijke figuren van de klassieke mythologie.

Nog wat historiek, maar hopelijk niet te veel

De twaalfde eeuw was voor Georgië de Gouden Eeuw. Het rijk was groter dan ooit en cultuur bereikte eveneens een hoogtepunt. Aan het roer van deze periode stond niemand minder dan Koningin Tamar. Zij wordt geprezen in eigentijdse kronieken door klerken en schrijvers die, soms impliciet, maar vaak ook expliciet, hun hart verloren hadden aan Tamar. Naar hun zeggen schonk ze haar rijkdom aan de armen, liet ze weeshuizen bouwen voor de door oorlog ouderlozen en bestrafte ze schuldigen op humane wijze, ‘geen zweepslagen werden toebedeeld zolang Tamar regeerde.’

Nadat ze haar eerste echtgenoot, een wodka drinkende Rus, buiten stampte, huwde ze haar jeugdliefde David. Eén van haar vele (ongelukkige) liefhebbers was Shota Rustaveli, die niet zijn liefde aan haar kon wijden, en in plaats daarvan het belangrijkste Georgische boek voor haar schreef. Al eeuwenlang wordt per traditie dit werk bij de bruiloft aan de verloofde geschonken, om haar een sterke vrouw als voorbeeldfiguur te geven.

Georgië rond 1200

Tinatin

Kroonprinses Tinatin, zo verbluffend en stralend mooi dat zelfs de zon bij haar aanzicht verbleekt, stuurt haar minnaar Avtandil de wereld in, op zoek naar de mysterieuze Ridder in het Pantervel (tevens de titel van het werk), die haar vader, de koning, onrust bezorgt. Na vele avonturen in Arabische woestijnen, Iraanse bergen en Indische steden komt aan het licht dat de gezochte ridder, Tariel, een verstoten Indische prins is, al jaren op zoek naar zijn verloren liefde. 

Avtandil herkent de brandende hartstocht bij zijn gezworen broeder, en besluit hem koste wat kost te helpen. Samen trekken zij ten strijde tegen de gefantaseerde Kaj demonen, waarna lang verloren geliefden herenigen.

Tariel herenigt met zijn geliefde, Nestan-Darejan

Dit middeleeuwse gedicht van grootse proporties onderscheidt zich van zijn tijd, dankzij de vooruitdenkende sfeer waarin het geschreven werd. De humanistische schrijver viert liefde en vriendschap als hoogste menselijke waarden, maar wijdt daarnaast ook aandacht aan filosofische, politieke en religieuze vragen. 

Besproken werken: Jason en het Gulden Vlies van Apollonius van Rhodos en De Ridder in het Pantervel van Shota Rustaveli

“Een personage dat je sympathiek vindt, kan je daarom nog niet goed neerschrijven”: Saskia De Coster over ‘Wij en ik’

Een 400-tal pagina’s die meermaals het label ‘Grote Vlaamse Roman’ kregen opgespeld, maar ook buiten onze landsgrenzen gevoelige snaren raakten. Een generatieportret van getraumatiseerde boomers, die weliswaar op dezelfde manier picture perfect willen zijn als wij op onze social media. Ook zeven jaar na publicatie blijkt Wij en ik van KU Leuven-alumna en writer-in-residence Saskia De Coster nog steeds een spiegel voor onze ingewikkelde relaties met familie, sociale klasse, communicatie en het onvermogen daartoe. Of dat bleek toch uit de boeiende leesclub waarin ze in dialoog ging met een enthousiast groepje studenten. “Een ongelukkige kindertijd is een goudmijn voor een schrijver, maar een hypergelukkige kindertijd is soms ook een verschrikking”.

“Ik ga er even het boek bij nemen, want straks beginnen jullie over passages die ik me zelf al niet meer herinner”. Wanneer Saskia De Coster plaatsneemt voor de Zoomsessie – mijn blik glijdt soms af naar de kamerplanten op de achtergrond – is het meteen duidelijk dat ze allesbehalve heeft toegezegd voor een banaal hoorcollege over de making of van haar succesroman. Wat volgt is een gesprek dat een uur lang uitwaaiert van de zin en onzin van de intentie van een auteur achterhalen, tot koppels die cheesy foto’s posten om een relatiecrisis te verbergen, tot commentaar van Nederlandse redacteurs op Vlaams taalgebruik. Maar even vlot zet ze die gedachtesprongen hoofdschuddend weer op pauze om onze ervaringen te laten spreken. Of ook wij iets van onze levens herkennen in de prestatiedruk waaronder de personages gebukt gaan? Of we een personage te snel veroordelen? Er vallen korte stiltes tussendoor, maar van het soort waar altijd weer nieuwe ideeën uit voortvloeien.

Weinig openingszinnen weten de sfeer van een roman zo krachtig te vatten als “Niemand komt zomaar op de berg”. De berg in Wij en ik is een even elitaire als beklemmende Vlaamse villawijk, waar je je als lezer meteen een ongeïnviteerde indringer achter de buxusbollen voelt wanneer je een blik werpt in de levens van Stefan en Mieke. Hij probeert zijn farmaceutisch bedrijf te redden van de ondergang, maar gaat gebukt onder opgekropte jeugdtrauma’s. Zij liet haar carrière als juriste varen bij de geboorte van hun dochter Sarah. Al snel blijkt dat de ambitie waarmee ze hun leven vormgeven voor buren, collega’s en kennissen die ze vrienden noemen een masker is. En met elke pagina stel je niet meer de vraag óf dat ooit zal afvallen, maar wanneer.

Familiebanden, en hoe die vaker dan we willen als een donkere wolk boven ons leven hangen, zijn een constant terugkerend thema in het werk van Saskia De Coster. Het fascinerende aan families schuilt voor haar in de vele contradicties die erbinnen schuilgaan: “families zijn als een eiland waar we proberen dichter bij elkaar te raken, maar elkaar soms ook ontlopen.” De titel Wij en ik omvat dan ook het hele spanningsveld tussen samen zijn en tot elkaar veroordeeld zijn, tussen lichamelijk bij elkaar zijn en vaak niet van elkaar weten wie je écht bent. Het is een ambiguïteit waaruit er tientallen nieuwe voortkomen, zo blijkt uit onze impressies van de roman. De personages zijn overbeschermend, maar ook in staat om elkaar vrij te laten als een ultiem teken van liefde. In hun nabijheid raken ze steeds meer vervreemd, maar ondanks hun botsende karakters groeien ze hier en daar ook naar elkaar toe.

Hoe doe je dat, een roman schrijven waarin het hoofdpersonage net de witruimte tussen personages is? Met heel veel geduld en ruimte om alle nuances in je hoofd een eigen leven te laten leiden, zo blijkt. “Het kost me inzicht om een personage van binnenuit te leren kennen. In een kortverhaal heb je genoeg aan een oppervlakkig beeld, maar met een roman die tientallen jaren beslaat is het complexer.” Toch blijkt het venijn vooral in het einde te zitten, ongeacht de lengte van een tekst. De Coster geeft toe dat de veelbesproken ontknoping van Wij en ik (geen spoiler alert) er in een eerdere versie van de roman nog een extra hoofdstuk bij kreeg, maar uiteindelijk schrapte ze het omdat het “te veel echo’s van slechte films” in zich droeg. “Hoe de geschiedenis zich al dan niet herhaalt en hoe je als individu dat patroon al dan niet kan doorbreken, ook dat zijn dingen die me fascineren”.

Een roman die de kneuterigheid van all white verkavelings-Vlamingen aan de kaak stelt voordat #MeToo en Black Lives Matter de opiniepagina’s haalden, wordt 7 jaar na publicatie onvermijdelijk gelezen als een tijdsdocument. De Coster is begripvol tegenover een boze mail die ze kreeg toen een personage het N-woord gebruikte, maar pleit ook voor voldoende ademruimte om in de literatuur het racismethema aan te kaarten. “In mijn laatste roman Nachtouders komt het N-woord ook voor, maar uitgesproken door een overduidelijke boomer die is opgegroeid in een wereld van “geld inzamelen voor de kindjes in Afrika”. Daar is het overduidelijk een impliciete kritiek, dus ik kies bewust niet voor censuur of een vervalsing van de geschiedenis. Fictie is nu eenmaal geen verlengstuk van je eigen mening, anders is er geen verbeelding meer.”

Hemelse Taal, Hels Leven

De Hel, die is hier
De Hemel, die bestaat niet

Hemel en Hel – Jón Kalman Stefánsson

Een verhaal was zelden zo beklijvend als deze parel van Jón Kalman Stefánsson. De zilte zeewinden van de IJslandse winter stelden hem in staat zich in te leven in de meest ongewone verteller. Het zijn namelijk de doden die verhalen, zij die door het ritme van de oceaan verzwolgen werden. Zo bereikt Stefánsson een meedogenloos neutrale toon. Terwijl hij de meest vreselijke taferelen orkestreert, biedt hij de lezer geen soelaas. Geen zoete woorden. De doden zijn zelfs zo kil dat het hoofdpersonage geen naam krijgt, vanaf pagina één staat hij bekend als ‘de jongen’. En wat er met de jongen gebeurt, alleen maar de meest verwoestende ervaringen, hij begint eenzaam en eindigt alleen, dat alles, het lijkt normaal. Zo werkt het leven nu eenmaal, niets aan te doen.


In schril contrast met deze slopende feiten, brengt Stefánsson dit verscheurende verhaal in een bijna poëtische, wondermooie taal. Het lange, onpersoonlijke gedicht dwingt zelfs de stoïcijn in u een traan weg te pinken bij het lezen van dit meesterwerk.

“I just don’t know who I am. I don’t know why I am.
And I’m not entirely sure I’ll be given time to find out.”

Door de stem van de jongen vertaalt de schrijver onze meest menselijke twijfels op prachtige wijze. Wie overigens op zoek is naar een epitaaf, het boek is ermee doordrenkt.

“A dead man is so much heavier than one who lives,
the sparkling memories have become dark, heavy metal.”

Stefánsson grijpt het buitenaardse panorama van IJsland, gevangen tussen een wrede zee en allesziende bergen, omarmd door sneeuwstormen en mistige ochtenden, en schildert het neer zoals alleen een meester zulke taferelen kan neerschrijven. Het eiland biedt geen thuis voor haar inwoners, en tegen alle beter weten in blijven de vikingszonen vechten voor hun plekje onder de zon, ook al schijnt ze er nauwelijks.

“There is nothing to see in Iceland except mountains, waterfalls, tussocks and this light that can pass through you and turn you into a poet”.

Bokanmeldelse: Jón Kalman Stefánsson tar oss med inn i de sterke følelsenes  vold

Wie is Jón Kalman Stefánsson?

Geboren in Reykjavik (1963), opgegroeid in Keflavik, waar hij na zijn middelbare studies enkele jaren verscheidene baantjes beoefende. Later studeerde hij literatuur, maar werkte deze studie niet af, in de plaats schreef hij zijn eerste artikels voor de IJslandse Morgunblaðið. Uit deze eerste schrijfsels groeide een opmerkelijk auteurschap. Voor zijn werk Vissen hebben geen voeten won hij de Man Booker International Prize, en hij werd al vier keer genomineerd voor de Nordic Council Literature Prize. Hij zal (dit is feitelijk) ook ooit eindigen met een Nobelprijs voor de literatuur op zijn naam.

Geschreven door Emiel Van Herck

Interview met Ish Ait Hamou: ‘Angst is de diesel van heel wat maatschappijen’

Op 24 oktober vond in La Conserve ‘Een avond met Ish Ait Hamou’ plaats, georganiseerd door 30CC en Leuven Leest. Die avond stelde Ish zijn vierde en nieuwste boek ‘Het moois dat we delen’ voor aan een groep Leuvense lezers. In dit boek beschrijft de voormalige danser en choreograaf het hedendaagse Vlaanderen zoals hij dat nu ziet, getekend door angst en verdeeldheid. ‘Mijn verhaal is er in eerste instantie om vandaag te documenteren, voor ons allemaal die nu in het heden zijn.’

  © Selina de Maeyer

Tijdens je boekvoorstelling in La Conserve zei je dat je met ‘Het moois dat we delen’ een schets hebt willen maken van de Vlaamse samenleving. Hoe heb je dat aangepakt?

‘Ik denk dat ik de voorbije vier jaar heel aandachtig ben geweest of dat heb ik alvast geprobeerd.  Ik heb geprobeerd om heel goed te luisteren naar verschillende mensen, vanuit verschillende invalshoeken. Hoe dat hele idee van samenleving en samen leven in elkaar zit en hoe we elkaar toenaderen. Zeker in momenten van problemen. We kunnen steeds twee verschillende richtingen inslaan om een probleem op te lossen. We kunnen aan zelfreflectie doen om te zien welke bijdrage wij hebben tot een situatie en daar dan mee aan de slag gaan. Of we kunnen besluiten dat het altijd de fout is van de ander. De afgelopen vier à vijf jaar merkte ik dat vanuit politiek, vanuit media, vanuit wij als mensen vaak werd gekozen om fouten door te schuiven en dus  niet de route van zelfreflectie op te gaan. En voilà, die vaststelling, die vaak teleurstellend was op belangrijke momenten, maakte deel uit van de tijdsgeest die ik wilde gebruiken in mijn boek.’

Angstig Vlaanderen

Het boek gaat over de ontmoeting tussen Soumia, een Vlaams meisje met Marokkaanse afkomst,en de “oude Vlaming” Luc. Soumia wordt vaak verweten dat ze niet dankbaar is voor haar leven in Vlaanderen. Zelf heb je ook een Marokkaanse achtergrond, is dat een ervaring die je met haar deelt?

‘Ik heb die passage twee jaar geleden geschreven, denk ik. Een maand geleden was Nadia Sminate, Vlaams Parlementslid van de N-VA, te gast bij De Afspraak. Ze zat aan tafel met de advocaat van een Syriëstrijder. Die advocaat was een Vlaming met Marokkaanse afkomst. En ze zegt tegen hem: “Kijk, mensen zoals jij en ik zouden dankbaar moeten zijn dat we hier zijn.” Op sociale media bevestigden ook heel wat mensen Sminates visie. Dus in termen van tijdsgeest zit mijn verhaal er bonk op.’

Dus de uitslagen van de verkiezingen van 26 mei hebben je eigenlijk niet verrast?

Absoluut niet. Die dag schreef ik op Facebook “If you’ve been surprised, you haven’t been paying attention”.’

Angst is ook een belangrijk thema in het boek. Houdt angst Vlaanderen in zijn greep?

‘Ja, al een tijdje en niet alleen Vlaanderen. Ik denk dat angst momenteel de diesel is van heel wat maatschappijen. En van politieke krachten. We gebruiken angst vaak om mensen te overtuigen van iets waar ze het misschien niet helemaal mee eens zijn, of mee zouden zijn in tijden van rust en vrede. Angst is een soort van middel geworden. Nochtans is het een heel natuurlijke emotie en het mag en moet er zijn, maar met mate natuurlijk. Alles wat er is, kan je voor het goede of slechte gebruiken. Het is daarom teleurstellend dat het vaak wordt gebruikt voor slechte doeleinden. Of wat ik zou beschouwen als slechte doeleinden.’

En wat zijn dan voor jou die slechte doeleinden?

(denkt even na) ‘Kloven proberen te creëren tussen mensen. Er is één samenleving, of er zou er één moeten zijn, en we zouden daar allemaal een rol in moeten hebben. En een bijdrage aan kunnen en moeten geven. Maar ons tegen elkaar uitspelen leidt nooit naar een goede of gezonde toekomst. In mijn ogen wordt dat vaak gebruikt om mensen te onderdrukken.’  

Rol als auteur

Hoop je met je boek mensen meer bewust te maken van de maatschappij waarin we leven?

Ik wil mensen raken met personages en onderwerpen die mij dierbaar zijn. Het is mijn bedoeling om over onderwerpen te spreken waar we het al jaren over hebben, maar soms op de minst constructieve manier. Maar wat ik vooral wil doen, is hopelijk de ruimte en veiligheid geven om empathie te hebben voor alle personages.’

Vind je dat ook jouw rol als auteur?

Soms wel en soms niet. Ik heb momenten dat ik bezig ben met verhalen die weinig maatschappelijke kritiek naar voren brengen. Maar ik wil groeien naar iemand die daar ook meer mee bezig is. Het is een rol die ik wel zou willen spelen.’

Literatuur en cultuur in het algemeen kunnen dus volgens jou ogen openen. Hoe sta je tegenover de besparingen die zijn aangekondigd binnen de cultuursector?

Zoals de meesten die bezig zijn in ons vak, denk ik. Ik voel verontwaardiging. Het is ook een paradox: enerzijds heel luid het belang van cultuur in ons land aankaarten en dan tegelijkertijd zo besparen. En dat is dan ook weer het niet au serieux nemen van kunstenaars, wat al lange tijd gebeurt. Niet  het belang en de bijdrage inzien van wat kunst kan doen, mag doen en ook moet doen. Ik denk dat er wel goed over werd nagedacht. Als je kijkt naar wie de grootste klappen gaan krijgen, dat zijn de kleinere instituten, en die kleinere instituten zijn vaak de eerste stap voor heel wat kunstenaars. En vooral ook voor kunstenaars die van alle soorten minderheden komen. Dat is hun eerste deur, die kunnen niet van waar zij zijn meteen naar die grote instellingen gaan, die moeten opbouwen. En het zijn die kleine trappen die je afbreekt, waardoor ze misschien nooit een groter publiek kunnen bereiken met verhalen die heel belangrijk zijn. Misschien heb ik het verkeerd, maar ik heb het gevoel dat er wel een agenda achter zit.’

Hoopvolle toekomst?

De titel van het boek ‘Het moois dat we delen’ staat voor het idee dat we elkaar moeten leren vergeven en met elkaar moeten leren leven. Is dat de toekomst die je voor ogen hebt?

‘Het is de toekomst waar ik aan wil werken. Ik weet niet of het zo zal worden, maar ik wil er wel aan werken, al ben ik ook geprikkeld door heel wat negativiteit. Maar er zijn nu ook heel wat positieve verhalen, mooie verhalen en mensen die verbinden. Dat zijn mensen die een heel andere levensvisie hebben of die op een positieve manier kunnen omgaan met negativiteit. Dus ik blijf hoopvol uiteraard.’

‘Weet je, enige vorm van hoop is een stap vooruit. En om een stap vooruit te kunnen zetten, moet je ook eerlijk durven zijn. Je kan niet opbouwen naar iets moois,  naar iets hoopvols, naar een lichtpuntje, als je niet hebt vastgesteld waar je echt staat. Als je weet waar je staat, is het makkelijker om een stap naar een richting toe te zetten. En ik denk dat dat een begin naar hoop is.’

Op zondag 16 februari 2020 organiseren 30CC, Leuven Leest en Ish Ait Hamou ‘De Grootste Leesclub’. Iedereen is welkom om in de Leuvense Stadsschouwburg van 20-21.30u samen met Ish en alle andere aanwezigen te praten over het boek ‘Het moois dat we delen’. Meer info en tickets vind je via https://www.facebook.com/events/2608187269239862/

Een avond met Ish Ait Hamou | Literatuur | La Conserve | 30CC & Leuven Leest | 24 oktober 2019 | https://www.30cc.be/nl/programma/item/een-avond-met-ish-ait-hamou

Literaire novemberTIPS

In november doet de Antwerpse Boekenbeurs de hartjes van vele boekenwurmen sneller slaan, maar ook Leuven heeft heel wat literaire activiteiten te bieden. Van een boekvoorstelling tot een gezellige leesavond, er is voor ieder wat wils.

 Xenomorf, poëziedebuut van Jens Meijen

Jens Meijen is sinds 2016 de eerste Jonge Dichter des Vaderlands van België. Binnenkort komt zijn eerste dichtbundel Xenomorf uit en daarvan licht hij al een tipje van de sluier op tijdens de boekvoorstelling in Barbóék. Samen met dichters Peter Verhelst, Peter Vermeersch stelt hij de bundel voor. Die belooft er een vol wild, meerstemmig taalplezier te worden als verzet tegen de eenzijdigheid, snelheid en onverdraagzaamheid die in onze huidige maatschappij vaak overheersen.

Boekvoorstelling ‘Xenomorf’ – Jens Meijen I 8 november 2019, 20u I Barbóék I Gratis, met reservatie vòòr 2 november via info@barboek.be I https://www.standaarduitgeverij.be/evenement/boekvoorstelling-xenomorf-van-jens-meijen/

De boekenkamer van Clara van den Broek 

Op 12 november staat actrice Clara van den Broek op de planken van de Leuvense schouwburg in de voorstelling ‘De Vloed’. Ze heeft echter niet alleen een passie voor acteren, maar ook voor boeken. Heb je altijd al eens willen weten wat Clara van den Broek in haar boekenkast heeft staan? ’s Middags is ze te gast in ‘De Boekenkamer’ en vertelt ze je dat en nog vele andere boekenwijsheden. ‘De Boekenkamer’ is een maandelijks concept van 30CC waarin artiesten die die avond optreden hun leesplezier delen. Je kan er meteen ook een hapje eten, dus dit is de place to be voor een inspirerende lunch! 

De boekenkamer: Clara van den Broek I 12 november 2019, 12u15 I Barboek I Gratis, met reservatie I https://www.30cc.be/nl/programma/item/de-boekenkamer-van-clara-van-den-broek

Slow Reading Event 

Als literatuurliefhebbers hoop je natuurlijk de tijd vinden om ongestoord je pas aangeschafte of reeds bestofte boeken te lezen, al is het maar één uurtje. De Slow Reading Club Leuven biedt hiervoor de perfecte gelegenheid op 12 november in Barbóék. Dan wordt het even stil om samen met andere boekenwurmen nog dieper in je verhaal te duiken.

Slow reading event I 12 november 2019 (maandelijks), 17u30-18u30 I Barbóék I Gratis I https://www.facebook.com/events/2528891047334071/

Boekenmarkt in een kerk

Je moet niet helemaal naar Antwerpen gaan om de nieuwste boeken te ontdekken. Uitgeverij Lannoo organiseert namelijk van woensdag 20 tot zondag 24 november een boekenmarkt in Leuven. Die zal plaatsvinden in de Predikherenkerk dus het belooft een hele ervaring te worden. Nog een extra reden nodig om te gaan? De boeken worden aan prijzen tot -70% verkocht, dus ook als arme student heb je geen excuus meer!

Lannoo’s Boekenmarkt Leuven I 20 t.e.m. 24 november 2019, 11-18u I 30CC/Predikherenkerk I Gratis I https://www.lannoo.be/nl/agenda/boekenmarkt-leuven

De Sprekende ezels: een podium vol talent

Al bijna 20 jaar geleden richtte de dichter Stijn Vranken “De Sprekende Ezels” op, wat hijzelf definieert als een ‘Experimenteel laagpodium voor poëzie, woord, muziek, comedy, hamsterslingeren, …’. Hij biedt een podium aan vers talent om ervaring op te doen of nieuw werk uit te proberen. Heel wat bekende namen zoals Stoomboot, Charlotte Van den Broeck en Selah Sue zetten hier de eerste stappen van hun carrière, dus wie weet welke ontdekkingen er op 18 november gedaan worden.

Sprekende ezels I 18 november 2019, 20u30 I Bar Libertad I Gratis I http://www.desprekendeezels.be/?event=libertad

Vivam! Ik blijf leven! Hommage aan Ovidius 

De Romeinse dichter Publius Ovidius Naso (43 v.C.–17 n.C.) leefde zo’n 2000 jaar geleden, maar ook nu nog blijft hij voortleven in de hedendaagse literatuur en cultuur. Ovidius is vooral bekend van de mythische Metamorfosen. De thema’s en figuren die hij daarin opvoert (zoals Icarus en Narcissus), bevinden zich nog elke dag rondom ons. Terecht willen enkele Vlaamse auteurs hem daarvoor bedanken. Dat zijn niemand minder dan Michaël De Cock, Gerda Dendooven, Joke van Leeuwen, Carmien Michels, Jeroen Olyslaegers, Maud Vanhauwaert en Peter Verhelst. Daarnaast brengen Noémie Schellens, Tine Reymer en Capella Nova ook al zingend eerbetoon aan de grote dichter. Wees er snel bij want de tickets vliegen de deur uit! 

Vivam! Ik blijf leven! Hommage aan Ovidius I 23 november 2019, 20u I 30CC/Schouwburg I 20% korting met cultuurkaart I https://www.30cc.be/nl/programma/item/vivam-ik-blijf-leven

Expo ‘Ovidius in metamorfose’

Dat Ovidius’ leven en werk meer dan een avond kunnen vullen, weten de Universiteitsbibliotheek en de KBR. Zij werkten samen aan de tentoonstelling ‘Ovidius in Metamorfose’, die je vanaf 21 november in de Universiteitsbibliotheek kan gaan bezoeken. Een grootse maquette van het Forum Romanum neemt je naar het oude Rome van Ovidius. Het werk van de meesterverteller (met de focus op de Metamorfosen) is ook als een reis doorheen de tijd te bezichtigen, via Latijnse en Middeleeuwse handschriften, vertalingen, gedrukte edities en geïllustreerde werken. Kon je niet bij de hommage zijn of zit je te studeren in de Universiteitsbib en heb je een blokpauze nodig? Neem dan zeker eens een kijkje!  

Ovidius in metamorfose I 21 november 2019 t.e.m. 16 februari 2020 I Universiteitsbibliotheek, Ladeuzeplein I Gratis voor studenten I https://bib.kuleuven.be/bijzondere-collecties/tentoonstellingen/ovidius-in-metamorfose

“Jubilee Lanoye”: entertainen met serieuze literatuur doe je zo

Het is beslist! De titel van ‘s Vlaanderens meest entertainende auteur is uitgereikt aan Tom Lanoye, nv. Geen enkele andere auteur kan alleen op een podium een publiek voor tweemaal zestig minuten doen luisteren, lachen en vertwijfelen. De aanleiding voor zijn variétéshow is zijn zestigste verjaardag, zijn veertigste carrièrejaar en zijn dertigste jaar samen met zijn man. En dat hij het gevierd heeft, dat zal heel Vlaanderen en Nederland geweten hebben! Voor zijn jubilee doorkruist Lanoye de Lage Landen, van Mortsel tot Eindhoven, van Kuurne tot Alsemberg. 15 november kreeg Leuven de eer om de man-met-de-gekke-brillen te mogen ontvangen op het podium van de Schouwburg.

Als geen ander is Tom Lanoye een podiumbeest, die elke vierkante meter van het podium weet te bestrijken en de aandacht van het publiek op zich weet te richten. Als je je had verwacht aan een saaie twee uur voorlezen uit Tom Lanoyes best of, dan kende je de man nog niet. Grandioos begint hij zijn performance met een over-the-top lofzang op Leuven, die hij wellicht in elk cultureel centrum waar hij komt gebruikt, en op hemzelf en vervolgens opent hij zijn show met een karaoke van een Engelse ballade. Hij zingt vol overgave een lied van een Engelse charmezanger en vertelt opgewekt, dat hij het liefst van al viert met karaoke.

Het publiek kon vooraf online beslissen welke stukken hij op het podium zou voorlezen. Massaal koos het publiek voor Sprakeloos, zijn roman uit 2009 over het leven en de dood van zijn moeder. Met teksten uit deze roman begint hij en sluit hij het eerste deel van zijn performance af. In de keuze voor het einde van Sprakeloos als het einde van zijn eerste deel kom je zijn drijfveer voor het schrijverschap te weten. Hij wil vechten tegen de stilte en de leegte, met taal als zijn medium, zijn stem als weerwoord, zijn schrijven als rebellie.

En stil is hij allesbehalve. In een aaneenschakeling van korte fragmenten, vaak op muziek die het ritme van de tekst mee volgt, krijgen we een overzicht van zijn oeuvre. Van zijn allereerste gedicht uit zijn, naar eigen zeggen, “nationalistische periode” van toen hij zes à zes en een half was tot recent werk uit zijn roman Zuivering (2017). Tom Lanoye heeft een prachtige stem en is een begenadigde lezer. De teksten die hij koos, konden op allerlei emoties van het publiek rekenen. Het best kon je hem vergelijken met een stand-up comedian, die zijn beste teksten voorlas en zijn punchlines juist wist te timen.

Op gelach van het publiek kon hij ook rekenen in zijn intermezzo’s waarin hij de actualiteit erdoor haalt. Zo besprak hij de kritiek van het nieuwe hoofd voor het Vlaamse Fonds van de Letteren Mia Doornaert op zijn uitspraak of ze het Fonds zal gebruiken als “trampoline voor haar islamofobe vapeurs”. Dat Mia Doornaert aanstoot nam aan het volgens haar ‘seksistische’ woord “vapeurs” en niet het woord “islamofoob” dreef hij op de spits. Ook Theo Francken en Schild & Vrienden hekelde hij op cynische manier. Zijn kritiek op de islamofobe Doornaert en de protofascistische Schild & Vrienden volgde hij op met een voordracht van zijn Duitse vertaling van zijn tekst over masturberen, die geleidelijk aan ontaardde in een Hitlerduits, waarmee hij het publiek tot wenen toe aan het lachen kreeg.

Het tweede deel van zijn performance deed hij onder begeleiding van het jazzduo Nicolas Rombouts en Teun Verbruggen. Samen brachten zij ooit ‘Bloednoot©’ met teksten uit Fort Europa: Hooglied van versplintering (2005). In deze tekst brengt hij een aantal metaforische figuren voor Europa naar voren; voor deze performance koos hij die van de ondernemer, die zijn neoliberale gedachtegoed verdedigt. De democratie, de verkiezingen en het neoliberalisme zijn een rode draad in de loop van de opvoering. Daarin hekelt hij hij niet alleen de machtsgeile politici, maar ook het onbewuste en hypocriete verkiezingsvee. Met de figuur van de ondernemer lacht hij mensen zoals u en ik uit in het gezicht, ontbloot hij onze elkaar tegensprekende wensen en driften in een maatschappij die draait om geld, geld, geld. De voorstelling eindigt in een muzikaal en poëticaal hoogtepunt, een cynische lofzang op de ‘naamloze vennootschap’.

Zijn one-man-show is verbluffend meeslepend, het personage ‘Lanoye’ onwaarschijnlijk entertainend. Lanoye weet perfect reclame te maken voor zijn eigen werk. Je honger wordt niet gestild, hij wordt alleen maar groter. Lanoye mag dan wel cynisch staan tegenover het neoliberale kapitalisme, hijzelf weet zijn show echter erg goed te verkopen.

Jubilee Lanoye, een productie van Behoud de Begeerte, concept en teksten door Tom Lanoye, met muzikale begeleiding door Nicolas Rombouts en Teun Verbruggen / 15 november om 20u in 30CC/Schouwburg / korting voor cultuurkaart bij 30CC / voor andere tourdata en -locaties, klik hier 

Tussen genderneutrale toiletten en “ik heb zoiets van”: een eigenzinnig muzikaal avontuur met Maud Vanhauwaert

“Maak jij maar iets waarop niemand zit te wachten.” Met die missie stuurde een docent aan het conservatorium dichteres Maud Vanhauwaert de wijde wereld in, vertelde ze onlangs in een interview op Radio 1. Bijzonder wijze, maar allesbehalve profetische woorden voor de vrouw met de titel van Antwerps stadsdichter op zak sinds januari én een uitverkocht Wagehuys aan haar voeten deze dinsdagavond. In Mijn punt is eigenlijk ging ze samen met muzikale compagnons de route Geert Waegeman en Tom Kestens op zoek naar het midden tussen poëzie, stand-up comedy en cabaret. Met de glimlach van iemand die nog lang en gelukkig ernaar wil blijven zoeken.

5f1469cb62fd2701e8d05709f27a82f3-Mijn_punt_is_eigenlijkcJimmy_Kets

Regel één van het Maud Vanhauwaert-universum: niets is wat het lijkt. Wie enigszins vertrouwd is met haar oeuvre – sinds de verborgencamerapoëzie waarmee ze argeloze voorbijgangers overviel in Iedereen Beroemd praktisch iedereen – weet dat maar al te goed. Een onschuldige “gelieve uw telefoon uit te schakelen” aan het begin van de voorstelling escaleerde al snel tot een overdaad aan serieuze en minder serieuze levenswijsheden, van het niet-of-net-wel-expres knisperen met snoeppapiertjes tot de mogelijkheid dat de persoon met wie ik ooit onder een grafsteen zal belanden misschien wel op enkele meters van me verwijderd kon zitten – maar het is oké, “gelieve u hier geen zorgen over te maken”. Ook het publiek bleef allesbehalve gespaard van die spitsvondigheden: de man naast me, die ervan overtuigd was dat zijn plaats op de laatste rij hem zou behoeden voor ongewenste interactieve momenten, was eraan voor de moeite. Zelfs in teksten die de vierde wand en het traditionele idee van poëzie wel netjes intact lieten, lag achter elke hoek een verrassingseffect op de loer. Elke iets te melige quote werd een fractie van een seconde later kurkdroog doorprikt met een ironische opmerking, een postmodernistische kwinkslag volgens het boekje van elke letterenstudent. Waegeman en Kestens gingen hierin mee door enkele usual suspects in elke Classics 1000 en Lage Landenlijst te parodiëren en switchten even enthousiast tussen sobere kleinkunst en vrolijke synthesizers als tussen hun verschillende instrumenten. Lees verder